„Ik wil dit niet gaan propageren”, aldus Holdijk, „en ik weet zelfs ook niet of dit soort maatregelen een positieve bijdrage aan de integratie van moslims in de Nederlandse samenleving zal leveren. Maar we hebben te maken met honderdduizenden moslims in Nederland en hun volledige assimilatie in onze samenleving is niet te verwachten. Daarom ben ik bang voor een tweedeling in Nederland en voor onderlinge conflicten, wellicht zelfs met een gewelddadig karakter. Het bevorderen van integratie is dus van het hoogste belang en het toekennen van een volwaardige plaats aan moslims in onze samenleving kan die integratie bevorderen.”

Die integratie kan concessies van christenen vragen. „Tweederde van de bevolking weet al niet eens meer waarom onze tweede feestdagen er zijn. En omdat ik in ieder geval niets zie in de toevoeging van islamitische feestdagen aan de officiële feestdagen die we in Nederland al hebben, zouden we één zo’n tweede feestdag kunnen inruilen voor een officiële islamitische feestdag, bijvoorbeeld het suikerfeest aan het einde van de ramadan.”

Illusie
Het spreken over het bieden van de mogelijkheid aan moslims om bij Allah te zweren, is ingegeven door verzet tegen het „anti-religieuze vertrekpunt” van de regering, aldus Holdijk. „Ik ben bang dat de eed over enkele jaren zal verdwijnen. Dan heb ik liever een situatie waarin christenen bij God en moslims bij Allah kunnen zweren. Het afwijzen van concessies aan de moslims om christelijke verworvenheden veilig te stellen, lijkt mij een weg die een illusie zal blijken.”

Holdijk deed al eerder dit jaar van zich spreken door de onafhankelijke positie die hij innam tijdens de mkz-crisis, door zijn uitspraken over vrouwelijke wethouders en over de rooms-katholieke kerk. In de oudejaarsbijlage van het Nederlands Dagblad van afgelopen zaterdag leek hij te suggereren dat hij genoemde maatregelen om de moslims te doen integreren actief zou willen bevorderen. Daarmee zou Holdijk standpunten innemen die, volgens het ND, indruisen tegen het theocratische gedachtegoed van de SGP.

„Het gaat er mij maar om”, licht Holdijk toe, „dat we de vreemdelingen in onze poorten een volwaardige plaats in onze samenleving moeten geven. Die positie hebben we ook de Joden gegeven, onder meer door hun de ruimte te geven hun winkels op zondag open te stellen, omdat ze die op zaterdag dicht deden.”