Onder de wet
Galaten 2:19
„Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.”
Behoort u niet tot de familie van de rijke man, maar behoort u meer bij de mensen met een bezadigde levenswijze? Wilt u mij dan hierop antwoorden: Leeft u nog met de wet? Zoekt u nog door een oprechte gehoorzaamheid aan de wet uw verzoening met die hoge en heilige God te bewerken? Zo ja, hoor dan uw vonnis en zie uw gevaar. Aldus spreekt de Heere, die grote Wetgever: „Zovelen als er uit de werken der wet zijn.” Wat? Voorwerpen van Gods gunst? Van Zijn vergevende genade? Deelgenoten der zaligheid? Neen, verre van dat. Zij zijn onder de geduchte vloek!
Hoe nu, zal iemand roepen. Geldt dat de mensen die uit de wet zijn, die welmenend zijn voorschriften opvolgen, om langs deze redelijke weg de goddelijke gunst en het eeuwige leven zoeken? Dezen antwoord ik dat allen die uit de werken der wet zijn, onder de wet zijn als onder een verbond. Als zodanig wordt volstrekte gehoorzaamheid vereist en zonder deze volmaakte gehoorzaamheid kan men onmogelijk door de wet gerechtvaardigd worden. Deze verschrikkelijke uitspraak is van de stem der Waarheid zelf.
Abraham Booth, predikant te Londen (”De verloochening van eigen gerechtigheid volstrekt nodig”, 1775)