Schilderij: Knielend figuur met hoop voor de toekomst
In de woonkamer van Trudy Eikelenboom uit Apeldoorn hangt een klein schilderijtje dat ze ooit in een arme wijk van Nairobi op de kop tikte. Ze raakte onder de indruk van de schilder, die als autodidact de mooiste dingen maakte.
In oktober 2008 nam een goede Keniaanse vriend me mee naar een zekere David, die in de sloppenwijk Kawangore van Nairobi woonde. Hij leefde daar bij zijn ouders en gebruikte een klein kamertje van het onderkomen als atelier. Links was een klein aanrechtje, waarvan hij de deuren met hout en ijzer prachtig bewerkt had, rechts lag zijn schildersgereedschap. Verder stonden en hingen er her en der in het kamertje schilderijen.
Ik was verbaasd over de prachtige dingen die daar te zien waren. Wat me opviel was dat hij in zes, zeven verschillende stijlen bleek te kunnen schilderen. Heel abstracte werken hingen naast traditionele, realistisch weergegeven landschappen, die hij overigens als zijn meesterwerken beschouwde. Hij had nooit een opleiding tot kunstenaar gevolgd, maar had met een enorm doorzettingsvermogen zichzelf zover ontwikkeld.
Bijzonder vond ik de manier waarop hij mijn complimenten over zijn werk aanvaardde. „Jij hebt echt talent!” zei ik, maar daarop wees hij alleen naar boven. Het was een jongeman van rond de dertig met een woeste rastakop, maar als het erop aankwam was hij bovenal nederig.
Mijn oog viel in zijn ateliertje al snel op een klein abstract werk met wat zwart en vooral lichte kleuren. Dat ontroerde me direct. David had er zelf een lijst omheen gemaakt en een glasplaatje op de kop getikt. Ik vroeg voorzichtig of hij zijn schilderijen ook verkocht. Aanvankelijk wilde hij daar niet van horen. Hij gaf het liever zo weg, maar uiteindelijk mocht ik hem ervoor betalen. Ik kocht ook nog een ander werk van hem en kreeg een derde er gratis bij.
Het schilderij dat me direct aansprak, heb ik thuis prominent in de woonkamer gehangen. Ik heb David gevraagd wat het voorstelde, maar hij gaf aan dat ik dat voor mezelf mocht bepalen. Ik zie er een knielend figuur in, gebukt onder zijn problemen, die zijn weergegeven door de zwarte rand rond zijn hoofd. Daarboven echter is er licht, veel licht. Er gloort dus hoop. Ik had de indruk dat het model kon staan voor Davids eigen leven. Opgegroeid in een sloppenwijk, vindt hij toch zijn weg omhoog. Bovendien weet hij zich bij God geborgen.
Ik hoorde dat David in december vorig jaar is overleden. Enkele maanden daarvoor was hij aangereden door een vrachtwagen en raakte hij in een diep coma. Zijn overlijden heeft me behoorlijk geraakt.
Binnenkort hoop ik weer naar Kenia te gaan. Dan neem ik foto’s mee van het schilderij zoals dat in mijn huis hangt. Die wil ik graag overhandigen aan zijn echtgenote en zijn ouders. Ik wil hun laten weten wat een bijzonder talent David volgens mij had. Hoewel ik hem maar één keer heb ontmoet, voel ik me daarover bijzonder bevoorrecht. Dat wil ik ook graag vertellen.