Maleisië blijft in het ongewisse
Maleisië kent geen gevallen van SARS. Althans, niet officieel. Het land heeft geen persvrijheid en de regering heeft besloten de berichtgeving aan banden te leggen. Openheid zou alleen maar leiden tot paniek onder de bevolking en een dalend aantal toeristen. Ondertussen is de paranoia onder de Maleisiërs groot.
Ze draagt een wit mondkapje tot net onder haar ogen, de vrouw achter de toonbank van een apotheek in Bangsar Shopping Centre, een winkelcentrum in een rijke voorstad van Maleisië. „Ik heb de griep, en ik hoef maar te hoesten of de klanten deinzen verschrikt terug.”
De mondkapjes zijn niet meer te koop, niet bij deze apotheek, maar ook niet bij andere in Kuala Lumpur. „Er is geen voorraad meer, ook zijn er geen antiseptische doekjes meer om de handen schoon te maken.” Mensen zijn al een paar weken geleden begonnen met het inslaan van spullen, zegt de verkoopster. „Er is hier in Maleisië niets bekend over SARS en er worden geen maatregelen genomen. Moeten we onze kinderen van school halen? Iedereen vermoedt dat er SARS-patiënten zijn.”
Maleisië kent officieel geen SARS-patiënten. De werkelijkheid is anders. Want wie iemand kent die in een van de ziekenhuizen werkt, weet beter. In elk ziekenhuis liggen SARS-gevallen. Ieder getroffen land neemt zijn maatregelen, die bijvoorbeeld in het naburige Singapore -dikwijls een politiestaat genoemd- heel ver gaan.
De Maleisische overheid heeft besloten te zwijgen naar de bevolking toe. De kranten berichten vooral over de oorlog in Irak, terwijl er achter in het nieuwskatern iets over SARS te vinden is. Die stukken gaan meestal over andere „gevaarlijke” landen, met name Singapore, maar nieuws over de ziekte in eigen land is amper te vinden. De autocratische regering van premier Mahathir Mohamad heeft de hoofdredacties van de kranten de opdracht gegeven om de berichtgeving „aan te passen” door geen slachtoffers te noemen. Ook ziekenhuizen mogen geen informatie geven.
De overheid is immers bang dat er paniek uitbreekt onder de bevolking, wat dat ook mag inhouden. Bovendien vreest ze dat het toerisme afneemt, een van Maleisiës belangrijkste inkomstenbronnen. Ook wil ze niet toegeven dat het land een probleem heeft. In Maleisië heerst een cultuur van gezichtsverlies, waarbij het belangrijk is om goed over te komen op het buitenland, en zeker op zijn belangrijkste concurrent, Singapore, dat vroeger deel uitmaakte van Maleisië.
De regering foetert altijd op de negatieve berichtgeving in de buitenlandse pers. „Serieuze maatregelen zijn er tot nu toe nog nauwelijks genomen”, vertelde een reiziger die uit China kwam en bij de grens geen enkele vorm van controle op SARS zag.
De slechte informatie en de kop-in-het-zandhouding van de overheid leiden onder het minder geïnformeerde deel van de bevolking tot slordige omgang met het mysterieuze virus. Deze week werd een geval bekend van een man die uit China terug was gekomen. Hij was twee weken ziek voordat zijn familie hem vrijdag naar het ziekenhuis bracht, alwaar hij overleed. „Hoeveel mensen heeft hij daarvoor wel niet aangestoken?” vragen verontruste Maleisiërs zich onder elkaar af.
Verhalen doen de ronde over SARS-patiënten die urenlang in de wachtkamer hebben gezeten en dokters die geen mondkapjes opdoen. Een man die had gelogeerd in het beruchte Metropole Hotel, de bron van de ziekte in Hongkong, vertelt dat hij naar een meldpunt had gebeld, maar daar niet serieus werd genomen.
De vrees bestaat dat SARS zich door alle onwetendheid tot een nationale epidemie zal ontwikkelen, met een onwetende bevolking die straks niet weet hoe ze moet handelen. Het dichtdraaien van de informatiekraam leidt daarom tot woede van de bevolking. „Ik wil weten wat er aan de hand is. Ik zit liever in Singapore, dan weet ik waar we aan toe zijn, en daar worden tenminste serieuze maatregelen genomen”’, zegt zakenvrouw Janet Choo.
Maar een uitlaatklep om hun woede te uiten hebben de Maleisiërs niet. In de kranten verschijnen hooguit tamme, anonieme brieven over de maatregelen die de regering zou moeten nemen. Het is de prijs die de Maleisische bevolking betaalt voor twintig jaar leven onder een paternalistisch regime.