Dat oordeel velde het Luxemburgse hof van beroep woensdag na tot de conclusie te zijn gekomen dat de bank zich niet aan het bankgeheim heeft gehouden.

De rechter bepaalde dat Kredietbank Luxembourg „de publieke orde van Luxemburg heeft geschonden en haar verplichtingen niet is nagekomen.” Hij bedoelde daarmee dat de bank de volledige geheimhouding van de tegoeden van haar klanten tegenover buitenlandse overheden niet heeft nageleefd.

Enkele werknemers van de bank die in conflict waren gekomen met de directie, hadden een lijst met een paar duizend namen van cliënten doorgegeven aan de Belgische belastingdienst. Het hof van beroep oordeelde dat de interne organisatie van de bank niet naar behoren heeft gewerkt.

De vijf cliënten die schadeloosstelling krijgen, hadden in 1997 van de Belgische fiscus een naheffing gekregen. Ze waren daarop naar de rechter gegaan, die hen in 2001 in het ongelijk stelde. Daarna volgde de gang naar het hof van beroep. Volgens de advocaat van de vijf is nu de weg vrij voor meer gedupeerde cliënten om schadeloosstelling te eisen.

KBL liet in een reactie weten te overwegen de uitspraak aan te vechten voor het hof van cassatie. De bank zegt destijds het slachtoffer te zijn geworden van misdadigers die door misbruik te maken van hun functies de vertrouwelijke gegevens konden inzien.

De uitspraak is ook een steun in de rug voor enkele honderden Nederlandse cliënten van de Luxemburgse bank. Die bevechten voor de Nederlandse rechter de dreigende naheffing van de fiscus op hun Luxemburgse tegoeden op basis van de gestolen gegevens. „Er lijkt nu ”no way out” voor KBL”, stelt de advocaat van de Nederlanders, L. Lalji.