De voormalige minister van Defensie Juan Manuel Santos lijkt de meeste kans te maken op het presidentschap. De centrumrechtse kandidaat kreeg in de eerste ronde ruim 46 procent van de stemmen. Zijn belangrijkste rivaal, de linkse oud-burgemeester van de hoofdstad Bogota Antanas Mockus, bleef steken op nog geen 22 procent, blijkt uit officiële cijfers van de kiescommissie.

Voor de verkiezingen was nog een nek-aan-nekrace voorspeld. Santos en Mockus moeten het nu op 20 juni tegen elkaar opnemen.

Ongeveer dertig miljoen Colombianen waren opgeroepen een opvolger te kiezen voor de populaire president Alvaro Uribe. Hij moet na twee ambtstermijnen het presidentiële pluche afstaan. Santos geldt als zijn kroonprins. Het paradepaardje van Uribe’s politiek is de verhoogde veiligheid in Colombia. Santos wil daarop voortborduren.

Uribe kreeg door zijn strijd tegen de ultralinkse guerillabeweging FARC, waarbij enkele belangrijke kopstukken werden uitgeschakeld, veel steun van de bevolking. Als belangrijkste bondgenoot van de Verenigde Staten in de regio staat Uribe ook op gespannen voet met het buurland Venezuela, waar de socialistische president Hugo Chavez zich afzet tegen Washington.

Uribe had de bevolking gevraagd massaal te gaan stemmen en zich „niet te laten intimideren door de dreigingen uit het buitenland of van het terrorisme”. Om de stembusgang te beveiligen, waren 340.000 man van politie en leger ingezet.