Wel tekenden VVD, D66 en ChristenUnie daarbij aan dat de maatregel te laat komt als hiermee pas in 2020 wordt begonnen, zoals in het concept-akkoord van sociale partners vermeld staat.

Demissionair minister Donner (Sociale Zaken) noemde een akkoord van sociale partners een goede zaak „als dat ons pensioenstelsel voor de lange termijn houdbaar houdt”. Maar hij wil pas reageren als er echt een akkoord is.

Volgens de PvdA en GroenLinks kan de politiek een voorbeeld nemen aan de sociale partners. „Politieke partijen leggen nu breekpunten op tafel en sluiten elkaar uit”, aldus GroenLinks-leider Halsema. Volgens haar moeten partijen juist „in deze moeilijke tijd niet schermen met breekpunten en weglopen, maar hun verantwoordelijkheid nemen.”

PvdA-leider Cohen riep CDA, VVD en D66 –die de AOW-leeftijd al in 2015 willen verhogen– op het voorstel voor een meer geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd over te nemen. Volgens Cohen kan daarmee voorkomen worden dat ouderen zich niet kunnen voorbereiden op langer doorwerken.

SP-leider Roemer ziet niets in de plannen. Hij stelde donderdag zich niet te kunnen voorstellen dat de vakcentrale FNV achter het AOW-akkoord staat. In zijn ogen wordt onvoldoende rekening gehouden met zware beroepen en mensen met een laag inkomen. „Als de FNV-top het toch steunt, reken ik erop dat de leden van de FNV het akkoord van tafel zullen vegen”, aldus Roemer.

Andere partijen spraken juist hun lof uit over de vakbonden, omdat deze over hun eigen schaduw heen gesprongen zouden zijn.

Daarbij werd vooral naar de FNV gewezen, omdat deze zich het meest heeft verzet tegen plannen van het gevallen kabinet van CDA, PvdA en CU om de AOW-leeftijd te verhogen.

Wel is GroenLinks het met de SP en de CU eens dat er in het AOW-akkoord iets geregeld moet worden voor mensen die vroeg begonnen zijn met werken en een zwaar beroep hebben. Het CDA riep werkgevers en vakbonden op om ook cao-afspraken te maken die ouderen daadwerkelijk in staat stellen door te werken.

Het akkoord dat werkgevers en de vakbeweging na maanden van overleg lijken te gaan bereiken, behelst dat de pensioensgerechtigde leeftijd vanaf 2020 omhoog gaat van 65 naar 66 jaar en in 2025 naar 67. Daarna zou deze leeftijd worden gekoppeld aan de stijgende levensverwachting en elke vijf jaar worden getoetst.

Het blijft mogelijk om eerder te stoppen met werken. Werknemers zouden daarvoor een strafkorting krijgen, maar daar staat tegenover dat de AOW-uitkering meer welvaartsvast blijft. In het nieuwe akkoord zijn volgens ingewijden ook harde afspraken gemaakt dat de uitgespaarde pensioenpremie door de latere uittreedleeftijd niet in de zak van de werkgevers verdwijnt.

Naar verwachting zetten de sociale partners nog voor de Tweede Kamerverkiezingen op 9 juni hun handtekeningen onder het plan.

De sociale partners hopen dat een nieuw kabinet hun plannen overneemt. Het plan zou een besparing opleveren van 4 miljard euro. Het ligt in de lijn der verwachting dat een breed gedragen akkoord op politieke steun kan rekenen.

Afgelopen najaar liep overleg over de AOW nog spaak tussen werkgevers en de vakbonden. Er zou vooral een gebrek geweest zijn aan vertrouwen.