Meeste talen nog zonder eigen Bijbel
Op de pinksterdag in Jeruzalem hoorden Parthen, Meden, Elamieten, Kretenzen, Arabieren en vele andere volken het Woord van God in hun eigen taal. Toch is de Bijbel na 2000 jaar in nog geen 20 procent van alle talen verschenen.
Wereldwijd worden meer dan 6000 verschillende talen gesproken. In nog niet de helft daarvan verscheen een Bijbel(gedeelte), zo blijkt uit de ”Atlas of Global Christianity” (Edinburgh University Press). De hele Bijbel is beschikbaar in 458 talen, het Nieuwe Testament in 1231 talen en een deel daarvan in 887 talen.De cijfers lijken weinig bemoedigend, schrijft Bijbelvertaler Bryan Harmelink in de atlas. Toch hebben meer mensen een Bijbelvertaling tot hun beschikking dan op het eerste gezicht lijkt. Uit recente statistieken blijkt dat de 2393 talen zonder Bijbelvertaling ‘slechts’ door zo’n 200 miljoen mensen gesproken worden. Bovendien zijn er in bijna 2000 talen Bijbelvertaalprojecten begonnen.
De eerste wereldzendingsconferentie in Edinburgh in 1910 was een belangrijk moment voor de vertaling en verspreiding van de Bijbel. Het verlangen om niet-christenen met het Evangelie te bereiken, leidde in de decennia daarna tot een forse groei van nieuwe projecten. Werden er in 1914 zo’n 5 miljoen Bijbels verspreid, nu zijn dat er jaarlijks meer dan 71 miljoen. De 78 miljoen Nieuwe Testamenten en 73 miljoen Bijbelgedeelten zijn daarbij nog niet eens meegerekend.
Een belangrijke wending in de geschiedenis van de Bijbelverspreiding had plaats in de jaren 20. De jonge colporteur William Cameron Townsend probeerde tevergeefs Spaanse Bijbels te verkopen aan de Cakchiquel-indianen in Guatemala. Toen zij vroegen waarom God niet in hun taal sprak, besloot Townsend Cakchiquel te leren en het Nieuwe Testament te vertalen.
Townsend besefte dat er wereldwijd nog heel wat volken waren zonder een Bijbel in hun eigen taal. Daarom organiseerde in 1934 een zomercursus in Arkensas (Verenigde Staten) om nieuwe medewerkers een goede taalkundige training te geven voor het beschrijven van onbekende talen. Daaruit onstonden het Summer Institute of Linguistics (SIL) en Wycliffe Bijbelvertalers. Op dit moment ondersteunt Wycliffe meer dan 1300 vertaalprojecten.
Uit de ”Atlas of Global Christianity” blijkt dat in 2010 voor 90 procent van de wereldbevolking ten minste een deel van de Bijbel in de moedertaal beschikbaar is. Toch zijn er volken die maar moeilijk aan een Bijbel komen, met name in bepaalde gebieden in Afrika, het Midden-Oosten en China. Hetzelfde geldt voor indianen in het Amazonegebied, dat toch in het overwegend christelijke Zuid-Amerika ligt.
In de verschillende talen die in Australië en Nieuw-Zeeland worden gesproken, zijn gemiddeld de meeste complete Bijbels beschikbaar (98,2 procent). Direct daarop volgen de Noord-Europese talen (97,6 procent). In Melanesië is nog veel werk te doen. Op deze eilandengroep ten noorden en noordoosten van Australië worden 1054 verschillende talen gesproken. Sommige inwoners spreken meerdere talen; toch kan nog geen kwart van de bevolking aan een ‘leesbare’ Bijbel komen.
Dit is het vijfde deel in een serie over de wereldkerk. Aanleiding is de herdenking van de eerste wereldzendingsconferentie in Edinburgh (1910-2010) en de uitgave van de ”Atlas of Global Christianity” (Edinburgh University Press).