Brieven uit Canada
Verpleegster in Apeldoorn, boerin in Canada, non in Oosterhout en zelfs nog even een bestaan als kluizenares. De levensgang van Hans van Schaik (1920-2004) was opmerkelijk. Wie tijdens de naoorlogse ‘emigratie-epidemie’ naar Canada trok, zocht vaak vrijheid en ruimte, bleef doorgaans voorgoed in het nieuwe land en ging zeker niet het klooster in.
Van Schaik wel. Twee jaar bestierde ze het huishouden van haar broer, die in de Canadese provincie Ontario een boerenbestaan begon. In 1949 keerde ze naar Nederland terug.Uit de brieven die ze van overzee naar ‘huis’ stuurde, stelde haar zus een boek samen: ”Brieven uit Canada”. De brieven geven een levendig beeld van het gevecht om een nieuw bestaan, ver verwijderd van alles wat dierbaar en vertrouwd was. Van Schaik schreef met gevoel voor detail, klaagde veel, maar relativeerde dat door humor en zelfspot. „Nu is het alweer zondag. De tijd gaat hard. We fietsten weer netjes naar onze kerk, waar de Father onmiddellijk informeerde waarom we de vorige week niet geweest waren en ons dan ook twee collecte-envelopjes in de hand stopte, de goochemerd, een van de vorige week, een van deze week, waarvan de bedoeling is dat je er je kapitaal instopt en vooral naam en toenaam erop schrijft.”
Opvallend is het grote aantal Engelse woorden dat al na korte tijd in Nederlandse zinnen gebruikt werd, zelfs in de correspondentie met het vaderland. Anderen wisten hun moedertaal zuiverder te bewaren, al gold voor emigranten vaak dat ze geen enkele taal meer vlekkeloos spraken.
Brieven uit Canada. Augustus 1947-november 1949, A. B. van Berkel-van Schaik (red.); uitg. Aspekt, Soesterberg, 2010; ISBN 978 90 591 1890 4; 274 blz.; € 19,95.