'Enorme afname kindersterfte’
Het sterftecijfer onder kinderen tot vijf jaar is sinds 1970 met 60 procent afgenomen. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerde studie van het in Washington gevestigde Institute for Health Metrics and Evaluation (IHME).
Stierven er in 1970 gemiddeld nog tweehonderd kinderen tot vijf jaar per duizend geboortes; in 1990 was dat globale gemiddelde al afgenomen naar twaalf kinderen. Tegenwoordig gaat geen enkel land meer over de drempel van tweehonderd doden heen, aldus de onderzoekers.De IHME-cijfers vallen aanzienlijk lager uit dan de schattingen van de Verenigde Naties. Zo stierven er volgens VN-kinderfonds UNICEF in 2008 zo’n 8.77 miljoen kinderen van onder de vijf jaar. IHME houdt het op 7.95 miljoen overledenen: een verschil van 820.000 levens. De afname is volgens de studie onder meer te danken aan de inzet van anti-malarianetten, inentingen en preventiemaatregelen om te voorkomen dat kinderen van moeders met hiv worden geboren met de aandoening.
Hoewel de kloof tussen landen met de hoogste- en laagste kindersterftecijfers krimpt, bestaan er in het westen grote verschillen. Zo is het aantal kinderen dat voor hun vijfde levensjaar sterft in de Verenigde Staten bijna twee keer zo groot als het Europese gemiddelde.
Singapore voert de lijst aan van landen met de laagste kindersterftecijfers. De andere landen in de ‘top vijf’ van 2010 zijn Europees: IJsland, Zweden, Cyprus en Luxemburg. Het laagst scorende Europese land is Groot-Brittannie: de Britten zakten van een 12e plaats in 1970 naar de 33e in 2010.