Rosema beschouwt de wijzers als nuttig, hoewel hij ze niet perfect vindt. „Gehoorde kritiek is dat ze onderling afwijkende resultaten geven. Dat is mogelijk, nu er veel partijen zijn met overlappende beleidspunten." Ook gebruiken kieswijzers verschillende rekenmethodes en gaan ze uit van andere stellingen, meldt de politicoloog.„Maar het gebeurt niet dat iemand bij de ene wijzer op alle punten uitkomt bij de PVV en bij een andere wijzer uitkomt bij GroenLinks. En uiteraard is ieder vrij zijn eigen keuze te maken. Kieswijzers vormen een hulpmiddel, maar het is geen stempolitie."

Volgens Rosema gingen er in 2006 meer mensen naar de stembus, nadat ze zo’n kieswijzer hadden ingevuld. Dankzij gebruik van kieswijzers was de verkiezingsopkomst 3 procent hoger dan de opkomst zou zijn geweest als de hulpmiddelen niet bestonden, aldus de onderzoeker.

Hij verwacht dat het aantal politieke twijfelaars en het gebruik van kieswijzers de komende jaren zullen toenemen. „Kiezers zijn minder honkvast en kiezen later dan bijvoorbeeld twintig jaar geleden".

Zelf maakt de wetenschapper ook gebruik van internetwijzers, maar de uitslagen daarvan hebben weinig invloed op zijn keuze in het stemhokje tijdens de verkiezingen op 9 juni.