CU op de bres voor uitgezette Nederlanders
Een prominente moslim sprak vrijdag op een bijeenkomst van de ChristenUnie zijn steun uit voor een protestactie tegen de uitzetting van het Nederlandse echtpaar Boonstra uit Marokko. Zo’n samenwerking ziet de ChristenUnie graag vaker ontstaan.
Met ferme stappen komt Rasit Bal, coördinator van de imam-opleiding in Amsterdam, naar voren. Actievoerder Tijmen van Oldenrijk overhandigt hem een houten hart. Samen drukken ze het terug op een houten bord, waarop vervolgens weer de contouren van een huis zichtbaar worden. Dan drukken de mannen elkaar de hand.Van Oldenrijk zet zich in voor het Nederlandse echtpaar Boonstra, tot 8 maart dit jaar werkzaam in het kindertehuis Village of Hope in Marokko. Op die dag moest het echtpaar het land uit, omdat het Marokkaanse kinderen zou willen bekeren tot het christendom. „Het huis verloor zijn hart”, verklaart Van Oldenrijk, waarna hij iedereen oproept tot steun aan de actie www.actieboonstra.nl.
Als het aan de CU ligt, krijgen acties als die voor de familie Boonstra een vervolg en zetten christenen en moslims zich in de toekomst vaker gezamenlijk in voor de godsdienstvrijheid. Vrijdag polste de partij de bereidheid daartoe van vertegenwoordigers van christelijke en moslimsorganisaties tijdens een rondetafelbijeenkomst in Den Haag.
Andere, concrete vervolgstappen kwamen nog niet van de grond, wel kondigde Bal aan ook bereid te zijn een gezamenlijke verklaring voor het behoud van de godsdienstvrijheid in Nederland te ondertekenen. „In een tijd waarin de grenzen van de grondwettelijke vrijheden opnieuw worden getrokken, moeten joden, christenen en moslims laten zien dat religieuze tradities geen bedreiging vormen voor het publieke domein”, aldus Bal.
Scriba dr. A. J. Plaisier van de Protestantse Kerk in Nederland benadrukte dat de kerk noch de staat, noch de straat moet willen bezetten. „Er moet een open ruimte blijven in het publieke domein”, aldus de theoloog, die zich uitsprak tegen „opdringerige vormen van godsdienstig leven die een claim leggen op Nederland.”
Vreedzame protesten tegen de inperking van godsdienstvrijheid noemde Plaisier goed. Kerken en christelijke organisaties moeten van hem ook de positieve kracht van religie zichtbaar maken. „We moeten mensen de bronnen die kunnen bezielen nabij brengen. Het verhaal dat de kerk is overgeleverd moet steeds opnieuw worden verteld”, zei Plaisier, die zijn stem zal uitbrengen, samen met onder anderen een imam, om daarmee te onderstrepen dat godsdiensten in Nederland een bijdrage leveren aan de democratie.
Oud-campagneleider H. J. van Rhee van de CU riep de partij op het thema godsdienstvrijheid een veel prominentere plek te geven in de campagne. De CU kan dat doen door een coalitie met D66 uit te sluiten, meent Van Rhee. Tweede Kamerlid Voordewind zei daarop dat de CU dan moet weigeren om met elke partij die de invloed van godsdienst in het publieke domein wil beperken een coalitie te vormen. „Dan plaatsen we onszelf buiten de politieke realiteit”, aldus Voordewind, die een coalitie met D66 wel omschreef als „moreel ongewenst.”
Tot zijn teleurstelling ontbraken collega’s met een moslimachtergrond van onder meer PvdA en GroenLinks op de bijeenkomst.