Van subsidieslurpers tot linkse hobby’s
AMSTERDAM (ANP) – Haatimam, subsidieslurpers en linkse hobby’s, het zijn woorden en termen van PVV–leider Geert Wilders. Schrijver Jan Kuitenbrouwer heeft het taalgebruik van de politicus onder de loep gelegd in zijn nieuwe boek De woorden van Wilders en hoe ze werken, dat woensdag is verschenen.
Kuitenbrouwer beschrijft hoe Wilders de PVV „in een paar jaar tijd tot virtueel de grootste partij van Nederland praatte". De politicus is volgens de auteur de slimste taalgebruiker van het Binnenhof, die opvalt met zelf verzonnen woorden en uitdrukkingen als ’geen knip voor de neus waard’ en toestanden die ’met geen pen te beschrijven zijn’.De schrijver gaat in op de kopvoddentaks, de belasting op hoofddoekjes, „de grootste miskleun op taalgebied van de PVV tot nu toe”. Het woord is gewoon té grof om op kantoor onbezorgd in de mond te nemen, stelt Kuitenbrouwer. „Als mensen twijfelen heb je als politicus een fout gemaakt. Dan breng je mensen in verlegenheid”.
In het boek wordt een toespraak van VVD–leider Mark Rutte tijdens een Tweede Kamerdebat vergeleken met die van Wilders. Die stelt al heel snel dat het kabinet „een ramp is voor Nederland”. Kuitenbrouwer: „Na negentien woorden inleiding komt Wilders terzake. Bij Mark Rutte zijn het er 190”.
Ook beschimping schuwt de PVV–leider niet. Jan Peter Balkenende is een „lafaard”, de linkse grachtengordel heeft „kleffe vriendjes”, Jacqueline Cramer „tettert” en Ella Vogelaar „kwekt” en is „knettergek”. Vooral twee jaar geleden had Wilders een ’knettergek’–fase, schrijft Kuitenbrouwer. „Op de PVV–site komt het dertien keer voor. Na 2008 neemt het gebruik sterk af”.