Nieuwe Kerk is belangrijkste functie kwijt
Koningen werden er ingehuldigd, zeehelden begraven. De zes eeuwen oude Nieuwe Kerk trekt elk jaar honderdduizenden bezoekers. De lange banieren buiten kondigen geen preekbeurten, maar exposities aan. Een bedehuis als tentoonstellingsruimte.
De drukte van de Dam maakt plaats voor serene stilte. Groots, is het eerste woord dat zich opdringt bij het betreden van de Nieuwe Kerk. Buiten de woelende wereld, met oog voor levende standbeelden, een huizenhoog reuzenrad en het andere vermaak van vandaag. Binnen zes eeuwen historie, reikend van de vijftiende eeuw tot het raam dat koningin Beatrix in 2005 onthulde ter gelegenheid van haar zilveren regeringsjubileum.Hier is het allemaal gebeurd. Al bijna twee eeuwen worden hier de staatshoofden van het Koninkrijk der Nederlanden ingehuldigd. De laatste keer, op 30 april 1980, met groot tumult, toen tot in de kerk de veldslag te horen was die de politiemacht leverde met relschoppers die de stad op stelten zetten. Op 02-02-2002, toen prins Willem-Alexander en prinses Máxima hier trouwden, bleef het geweld beperkt tot een ei dat zijn einde vond op de ruiten van de koets. Over de datum van de volgende inhuldigingsplechtigheid wordt al jaren gespeculeerd.
Jaarlijks vormt de Nieuwe Kerk de plechtige ambiance van de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Buiten verstoorden een dronkemansschreeuw en een paniekgolf dit jaar de massaal bezochte plechtigheid.
Sinds dertig jaar is de Nieuwe Kerk haar belangrijkste functie kwijt. Een bedehuis dat alleen nog maar exposities huisvest, ontbeert wat sobere dorpskerkjes nog wel hebben als daar het Woord nog opengaat.
Multifunctioneel was het gebouw in hartje Amsterdam overigens altijd al wel. De kerk deed dienst als beurs, als stadsmuziekzaal, als aula voor prijs- en diploma-uitreikingen. Het bedehuis was ook begraafplaats. Ondergronds werden de kisten vier- en in het verhoogde koor zelfs vijfhoog opgestapeld, zodat er wel 10.000 mensen begraven lagen. Grafzerken moesten plaatsmaken voor dunne steenplaten toen de kerk van vloerverwarming werd voorzien.
In het oog springende mensen kregen een in het oog springend graf. Praalmonumenten herinneren aan de zeehelden De Ruyter, Van Galen, Bentinck, Van Kinsbergen en Van Speyk. Ook literatoren als Hooft, Van den Vondel en Da Costa kregen hier hun laatste rustplaats. En zo veel anderen meer, van wie de naam op aarde in de vergetelheid raakte.
In het langwerpige grondplan vormde het altaar het sluitstuk van de lengteas. Toen het gebouw door protestanten in gebruik genomen was, bouwde Albert Jansz. Vinckenbrinck een eikenhouten kansel, die door zijn uitbundige decoratie en door het bouwsel op het klankbord de aandacht voor zich opeist. Ook het koorhek en de twee imposante orgels herinneren aan oude tijden. In de winkel van de kerk leidt een trap naar de Wezengalerij, waar de vaste presentatie over geschiedenis, architectuur en interieur van de Nieuwe Kerk is te zien.
Het kerkgebouw werpt zijn schaduw op de Mozes- en Aäronstraat, die het bedehuis van het Koninklijk Paleis scheidt. Tot begin vijftiende eeuw lag hier een boomgaard. Toen de bouw van wat toen nog de Onze- Lieve-Vrouwekerk of Maria- en Catharinakerk heette in 1408 bisschoppelijke goedkeuring kreeg, was het gebouw al een eind klaar. En later werd er verbouwd, herbouwd, uitgebreid.
De tentoonstellingen in de kerk zijn aan landen en culturen gewijd, en de laatste jaren ook aan wereldgodsdiensten. Vermaarde kunstschatten worden hier te pronk gezet. Dit jaar zet de fototentoonstelling ”Warzone” de kijker stil bij de oorlogservaringen van westerse soldaten. Juni is in de Nieuwe Kerk maand van de religieuze muziek. Met klanken uit alle wereldgodsdiensten.