Op kamers: vijf muizen in een studentenkamer
Een hokje ter grootte van een cel, maar veel minder goed onderhouden en geïsoleerd. Dat is waar veel jongeren die op kamers wonen het mee moeten doen. Als ze al aan een kamer kunnen komen. Voor sommigen is de maat vol.
Het is koud. Erg koud. En het regent zachtjes uit een loodgrijze hemel. Het water druipt van een bureau met computer af, tikt een onnavolgbaar ritme op een koffiezetapparaat en laat een paar muizen tussen vieze mokken verkleumen.Locatie is het Plein voor de Tweede Kamer in Den Haag. Het bureau, het koffiezetapparaat, de computer, muizen en mokken bootsen een typische studentenkamer na. De Landelijke Studenten Vakbond (LSVb) houdt een demonstratie tegen de woningnood onder studenten.
Het weer helpt de vakbond een handje bij het afschilderen van de situatie van sommige studenten. „Het is koud en vochtig: precies hoe het in een studentenkamer is in de winter”, roept een LSVb’er door een megafoon.
Zo’n 25 mensen staan of zitten om hem heen: niet veel, maar dat deert niet. Het gaat om de kwaliteit van de aanwezigen, niet om de kwantiteit. Zo is NOS Headlines aanwezig om verslag te doen, zijn er radioverslaggevers en fotografen. En Kamerleden: zes van hen zijn uitgenodigd mee te doen met een quiz over de kamernood onder studenten.
„Hoeveel ongewenste huisdieren kunt u vinden in deze kamer?” vraagt de LSVb’er die de quiz leidt, wijzend op de spullen om hem heen, waartussen kleine speelgoedmuizen zijn geplaatst. „Let op, dit is een gemiddelde studentenkamer.”
Het antwoord is vijf. „Dat valt nog mee”, zegt Van Gent (GroenLinks), die als student ook een tijdje muizen als medehuurders heeft gehad. „De stofmijten zie je niet, hè”, grapt VVD’er Harbers.
Na acht vragen komt Van Gent als winnaar uit de bus. Niet onlogisch, vind ze zelf. „Ik ben ook nog maar twaalf jaar bezig met dit onderwerp”, zegt ze ironisch. „Dit komt me dus bekend voor.”
Feller: „Er gebeurt te weinig voor studenten. Mijn collega’s laten het erbij zitten om voor hen op te komen. Terwijl we met een beetje goede wil betere regelgeving kunnen krijgen.”
Ook collega-Kamerlid Bouwmeester (PvdA) heeft goede voornemens. „We moeten zorgen dat er meer huisvesting komt voor studenten en korte metten maken met de praktijken van huisjesmelkers”, zegt ze kordaat. Het eerste is een taak van de woningbouwverenigingen, vindt ze. En wat het laatste betreft: „Er zijn al huurteams ingesteld in de grote steden. Die gaan aan de slag met klachten over huisbazen wanneer huurders zelf niets durven ondernemen.”
Feiten
Gegevens uit onderzoek van de LSVb onder duizenden studenten:
Meer dan een kwart van de benaderde studenten woont thuis omdat hij geen geschikte woonruimte kan vinden.
Thuiswonenden moeten gemiddeld 4,3 maanden naar een eigen woonruimte zoeken. Uitwonenden zoeken gemiddeld 5,6 maanden naar een andere woonruimte.
De gemiddelde reistijd van thuiswonenden naar de onderwijsinstelling is 72 minuten.
De gemiddelde studentenkamer is 12 vierkante meter.
Maar 20 procent van de studenten weet waar het blusmateriaal zich bevindt.
Maar liefst 67 procent van de studenten betaalt te veel huur. Gemiddeld gaat het om een teveel van 65 euro per maand.