VS hebben kritiek op Syrië en Iran
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell heeft Syrië zondag opgeroepen zijn hulp aan Irak en „terroristische groeperingen” te staken.
„Syrië staat nu voor een belangrijke keuze”, zei Powell tijdens een vergadering van een Joodse groepering in Washington. „Syrië kan zijn directe hulp voortzetten aan terroristische groeperingen en het stervend bewind van Saddam Hussein of het kan een andere, hoopvollere koers nemen. Hoe dan ook draagt Syrië de verantwoordelijkheid voor zijn keuzes en voor de consequenties.”
Vrijwilligers uit Syrië hebben zich in de Noord-Iraakse stad Mosul gemeld om te strijden tegen de coalitietroepen. Dat berichtte de Arabische nieuwszender Al-Jazeera zondag, zonder aantallen te noemen.
De Amerikaanse minister van Defensie Rumsfeld beschuldigde Syrië er vrijdag van dat er militair materieel vanuit dat land naar Irak gaat. Syrië heeft dat ontkend.
Eerder waren er al berichten van onder meer de Israëlische pers over Palestijnse vluchtelingen die vanuit Syrië naar Irak zijn gegaan om hun Iraakse moslimbroeders bij te staan in hun strijd tegen de Brits-Amerikaanse invasiemacht.
De Palestijnse extremistische groepering Islamitische Jihad zei zondag dat ze leden in Bagdad heeft voor zelfmoordaanslagen.
Ook Iran kreeg van minister Powell een verbale tik op de vingers. Teheran moet volgens Powell stoppen om te proberen massavernietigingswapens te krijgen of te maken. Daarmee verwees Powell naar het kernprogramma van Iran.
De Verenigde Staten en hun bondgenoten hebben het Iraakse verzet tegen de invasie schromelijk onderschat en er wachten hun „meer zware dagen.” Dat zei zondag de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Kamal Kharazzi.
Kharazzi zei dat de coalitietroepen dachten dat zij welkom zouden zijn in Irak, „maar het Iraakse volk begroette hen met zelfmoordaanslagen.” De Iraanse minister maakte een vergelijking tussen ontwikkelingen in de Palestijnse gebieden en die in Irak. Hij waarschuwde de invasietroepen „zichzelf te redden en te vertrekken voor hun nog meer kwaad wordt aangedaan.” Volgens Kharazzi is de inval in Irak een poging tot Israëlische overheersing over het Midden-Oosten, een plan dat niet zal slagen.
Kharazzi ontkende opnieuw beschuldigingen van de Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld, dat Iran zich bemoeit met de oorlog en dat een door Iran gesteunde oppositiegroep een potentiële bedreiging vormt voor de Amerikaanse en de Britse troepen. Iran „kiest voor geen enkele partij in de oorlog”, zei hij. Iran steunt de in Teheran gevestigde Hoge Raad van de Islamitische Revolutie in Irak, waarvan de militaire vleugel, het Badr Korps, strijders in zowel Irak als Iran heeft.
Kharazzi zei verder dat de Iraanse regering geen steun zal geven aan een regering die door Amerika in Bagdad wordt geïnstalleerd. Hij drong er daarnaast bij de oorlog voerende partijen op aan het Iraanse luchtruim en de Iraanse territoriale integriteit te eerbiedigen. Afgedwaalde raketten van de coalitie en de Iraakse luchtverdediging zijn vorige week in Iran beland.
Ten slotte waarschuwde Kharazzi de partijen ervoor om geen geweld te plegen tegenover sjiitische heilige plaatsen in de steden Najaf en Karbala. Desgevraagd zei hij niet bang te zijn voor een aanval van de VS. „Wij zijn een krachtige democratie”, zo verklaarde hij.