De toegang tot de begraafplaats werd geflankeerd door twee brandweerauto’s, een antiek en een modern exemplaar. Op de begraafplaats was een sobere plechtigheid. Gesproken werd er niet meer. De familie zat op stoelen bij het graf, waar een onafzienbare rij belangstellenden langs liep om de laatste eer te bewijzen. Brandweerlieden namen hun pet af bij het graf.

„Het is voor mij heel belangrijk om erbij te zijn”, zei een brandweervrouw uit Flevoland. „Dit is het laatste wat je voor een collega kunt doen.”

Brandweerman D. Schaap uit Zaandam werd twaalf jaar geleden net als de omgekomen Haarlemse brandweerlieden bedolven door een muur toen hij stond te blussen. „Het verschil is dat ik er levend onder vandaan ben gekomen, al was ik wel zwaar gewond. Het is totaal niet in te schatten wanneer een muur omvalt. Ik wilde absoluut naar deze begrafenis toe. De brandweergemeenschap is landelijk solidair. Je zit op dezelfde golflengte.”

Voorafgaand aan de begrafenis werd een herdenkingsdienst gehouden in de Grote Kerk in Haarlem. Burgemeester J. Pop van Haarlem sprak tijdens de dienst zijn waardering uit voor het getroffen brandweerkorps. „Dit verlies zal niet te herstellen zijn. Maar ik ben trots op de veerkracht van ons brandweerkorps en op de troost en steun die daarmee geboden worden aan de nabestaanden.”

De burgemeester verwoordde de grote verslagenheid die in Haarlem heerst. „Ik was er zondag bij toen de omvang van het drama langzaam duidelijk werd. De ontzetting was af te lezen van de gezichten. Verbijstering over de harde realiteit van het brandweervak, die zo meedogenloos in Haarlem had toegeslagen.”

De dienst werd bijgewoond door leden van diverse Nederlandse brandweerkorpsen. Namens de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken was de directeur brandweer en rampenbestrijding, G. van Strien, in de kerk aanwezig.

Ook leden van de brandweer van de Duitse plaats Osnabrück, de zustergemeente van Haarlem, woonden de plechtigheid bij. Diverse bewoners van Haarlem gaven uiting aan hun verdriet door in de stad vlaggen halfstok te hangen.

De Haarlemse brandweercommandant R. de Bruin vertelde dat hij de gebeurtenissen van zondag nog maar nauwelijks kan bevatten. „Ontredderd sta ik voor u als commandant van een korps waarvan drie brandweerlieden zijn omgekomen. Vandaag zitten we verslagen bij elkaar. Nog steeds kunnen wij het niet geloven dat zo’n prachtig mens van ons is heengegaan.”

De twee andere brandweerlieden die zondag omkwamen, worden vandaag begraven.