Tijdstip aanleg Tweede Maasvlakte onduidelijk
Het is volstrekt onduidelijk wanneer de Tweede Maasvlakte wordt aangelegd en wie welk deel van de kosten van deze uitbreiding van de Rotterdamse haven voor zijn rekening neemt. Minister Netelenbos (Verkeer) maakte dit vrijdag duidelijk na afloop van de ministerraad. Daarin stelde het kabinet de plannen voor de Tweede Maasvlakte, die vlakbij de huidige Maasvlakte is gesitueerd, iets bij.
„Er wordt pas begonnen met landaanwinning als er behoefte is. Dat hangt af van de wereldeconomie”, aldus Netelenbos. In totaal zal maximaal 1000 hectare land in zee worden aangelegd. Dat gebeurt, op basis van de vraag, gefaseerd. Rotterdam verwacht dat de huidige haven in 2006 helemaal vol is. Ter compensatie van het verlies aan natuur, zal er op Midden-IJsselmonde en ten noorden van Rotterdam in totaal 750 hectare natuur- en recreatiegebied worden aangelegd.
Containerterminals en de chemische industrie zullen het grootste deel van de Tweede Maasvlakte in beslag nemen. Netelenbos sluit niet uit dat ook de overheid aanspraak zal maken op een deel van de ruimte, voor bijvoorbeeld vuurwerkdepots en het opslaan van vervuild baggerslib.
De kosten van de landaanwinning zijn nog niet bekend. Ook is nog onduidelijk welk deel de betrokken overheden en het bedrijfsleven voor hun rekening zullen moeten nemen. De discussie daarover is in 2002. De vormgeving van het nieuwe stukje land is ook nog onderwerp van studie.
De provincie Zuid-Holland en Rotterdam zijn ingenomen met het kabinetsbesluit.Roterdam verwacht dat de haven op korte termijn al meer ruimte nodig heeft dan sommige berekeningen suggereren. „Daarom is haast geboden met de aanleg”, stelt de Rotterdamse wethouder Van Dijk. „De betekenis van de Tweede Maasvlakte voor de economische ontwikkeling is evident.”
Natuur- en recreatiegebieden komen erbij in Midden-IJsselmonde (600 hectare), Schiebroekse Polder en Zuidpolder (100 hectare) en Schiezone (50 hectare). De provincie hecht veel waarde aan de wijze waarop de besluitvorming tot stand is gekomen. „Het is het resultaat van een interactief proces tussen een grot aantal maatschappelijke organisaties. Dit heeft geleid tot besluiten die kunnen rekenen op breed draagvlak.”