Fouten met grote gevolgen komen vaker voor op de beursvloeren, maar nog nooit is de Dow-Jonesindex daardoor op een verlies van bijna 1000 punten (9 procent) beland. Anderhalf uur voor het slot van Wall Street donderdag kwam de verkoopgolf plotseling op gang. In vijf minuten tijd was er voor vele miljarden dollars aan beurswaarde weggevaagd.„Het gebeurde zo snel, het leek wel een torpedo”, zei een handelaar tegen de Amerikaanse zakenkrant The Wall Street Journal. Financiële websites vergeleken de gebeurtenissen met een aardbeving.

De oorzaak is nog niet bekend –de Amerikaanse beursautoriteiten hebben de „ongebruikelijke handelsactiviteit” in onderzoek– maar de eerste beschuldigende vingers wijzen naar het aandeel Procter & Gamble. Dat liet als eerste een enorme val zien van meer dan 35 procent. Het vermoeden bestaat dat een handelaar bij een verkooporder een tikfout heeft gemaakt.

Na de plotselinge glijvlucht van het belangrijke Dowfonds zouden computers de rest van de schade hebben aangericht. Zij reageren automatisch met verkooporders als beursgraadmeters en aandelen tot bepaalde niveaus zakken. Dit zou donderdag het effect hebben versterkt. Een handelaar sprak daarom tegenover de site thestreet.com van een „technische crash.” Computers bepalen tegenwoordig een belangrijk deel van de handel. Schattingen lopen uiteen van 40 tot 75 procent.

De plotselinge val van donderdag wordt vooral vergeleken met 19 oktober 1987, toen de Dow-Jonesindex in een dag meer dan 22 procent (ruim 500 punten) daalde. Destijds speelden ook computers een voorname rol en was er onrust over recente economische ontwikkelingen. Toen krabbelden echter de koersen niet op tijdens de handel. Dat gebeurde donderdag wel, het verlies bleef beperkt tot 3,2 procent.