Opinie

Plan België draagt niet bij tot eenheid EU

Duitsland, Frankrijk en België lijken een verkeerde les te trekken uit de verdeeldheid binnen de Europese Unie over Irak. Zij willen volgende maand met z’n drieën op het hoogste politieke niveau praten over het opbouwen van een gemeenschappelijke krijgsmacht voor het verenigd Europa. Het valt moeilijk in te zien hoe dit initiatief kan bijdragen tot een herstel van de eenheid.

A. A. C. de Rooij
28 March 2003 19:30Gewijzigd op 14 November 2020 00:14

Geen woord werd gewisseld, een handdruk slechts in het voorbijgaan met alleen een knikje. Zo begroette de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Straw, vorige week zijn Franse collega De Villepin. Premier Blair bleef op afstand. Hij wenste kennelijk niet dat de camera’s hem in de nabijheid van president Chirac registreerden. Het gaf uitdrukking aan de gespannen sfeer op de EU-voorjaarstop in Brussel en illustreerde de momenteel uiterst koele verhouding tussen de twee naties aan beide zijden van het Kanaal.

In 1999 hadden Chirac en Blair een onderonsje in St. Malo. Dat waren andere tijden. Daar lanceerden zij het voorstel tot de vorming van een Europees leger voor het uitvoeren van humanitaire missies en vredesoperaties. We zijn thans op dit punt zo ver gevorderd dat de Unie met behulp van de inzet van eigen militairen de verantwoordelijkheid draagt voor het waarborgen van de rust in Macedonië.

Parijs en Londen liggen inmiddels echter met elkaar overhoop. In de voorbije maanden zagen we dat de Frans-Duitse as nieuw leven is ingeblazen en dat het tegelijk tussen Blair en Chirac niet meer botert. In oktober, bij de onderhandelingen over de uitbreiding en de landbouwuitgaven, kwam het reeds tot een fikse aanvaring, met over en weer onvriendelijke opmerkingen. De ruzie noopte tot uitstel van een al geagendeerd bilateraal overleg tussen de heren. De kwestie Irak heeft vervolgens de relatie verder beschadigd.

Ondertussen staat Europa op het internationale podium, en dat bij een actueel vraagstuk dat de hele wereld bezighoudt, volledig buitenspel. De vijftien beschikken toch over een buitenlandcoördinator? Jawel, maar we zouden Solana bijna zijn vergeten, want hoewel er een oorlog woedt en de burgers zich daarover grote zorgen maken, doet de man er al wekenlang het zwijgen toe. Dat verbaast overigens niet. Wat moet hij immers zeggen als de club namens welke hij optreedt, geen gezamenlijke boodschap heeft?

Griekenland probeerde als huidig voorzitter van de EU halverwege februari, op een ingelaste top, nog een keer de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Dat resulteerde in een tekst met voor elk wat wils. De regeringsaanvoerders gaven er hun fiat aan en gingen vervolgens weer ieder hun eigen weg. Over de verklaring hebben we nooit meer iets gehoord. Achteraf bekeken was het een zinloze exercitie.

Op de vergadering van vorige week werd wijselijk afgezien van een nieuwe discussie om de verschillen in visies op de gewapende interventie te overbruggen. De insteek was ditmaal het zoeken naar elementen waarover misschien wél eensgezindheid bestaat, zoals het verlenen van humanitaire hulp. En natuurlijk bevatte het communiqué ook weinigzeggende passages over bijvoorbeeld een belangrijke rol voor de VN binnen het multilaterale systeem en over voortzetting van de inspanningen voor vrede tussen Israël en de Palestijnen.

Mogen we dat allemaal beschouwen als voorzichtige en goedbedoelde pogingen om de gelederen enigszins te sluiten, datzelfde kunnen we niet concluderen ten aanzien van de aankondiging om met enkele landen een aparte top te organiseren over het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid. Duitsland, Frankrijk en België zullen er in ieder geval aan deelnemen. Zij nodigen andere geïnteresseerde lidstaten uit om eveneens aan te schuiven.

Het betreft een initiatief van onze zuiderburen. Die hebben zich de afgelopen periode met veel bombarie gemanifesteerd in de voorste linie van, om het zo aan te duiden, het vredeskamp binnen de EU. Zij hollen achter de Franse diplomatie aan, zijn soms zelfs een stap vooruit. Zo waren zij de voornaamste dwarsliggers bij de crisis die uitbrak binnen de NAVO toen Turkije het bondgenootschap verzocht om steun bij eventuele vijandelijkheden vanuit Irak.

Vooral de bewindsman van Buitenlandse Zaken, Michel, laat herhaaldelijk zijn ergernis blijken over het gedrag van de Amerikanen. Niet voor niets zei SP-voorman Marijnissen recent dat hij trots zou zijn als wij een regering hadden als de Belgen.

Wie echt de eenheid in Europa wil terugbrengen, handelt niet verstandig door op dit moment in kleine kring zaken te bekokstoven. Dat maakt alleen maar de scheuren nog duidelijker zichtbaar en posteert de Britten nadrukkelijk aan de zijlijn. Een onderminister uit het kabinet-Blair vroeg zich trouwens smalend af hoe serieus hij plannen moet opvatten om de Europese militaire capaciteit te baseren op België en niet op het Verenigd Koninkrijk.

Wellicht schuilt er meer achter het idee van de drie. Betekent het misschien een eerste aanzet tot het ontwikkelen van een kopgroep binnen de EU, die geleidelijk aan probeert de lakens uit te delen? De Fransen zullen er, met de uitbreiding tot 25 partners voor de deur, waarschijnlijk best voor voelen via een dergelijke constructie hun dominante invloed te waarborgen.

Balkenende had volledig gelijk toen hij erop wees dat een debat over een hechtere samenwerking op terreinen zoals buitenlandse politiek en defensie dient plaats te vinden in de conventie. Die werkt tenslotte aan een blauwdruk voor hoe de Unie in de toekomst eruitziet, wat haar bevoegdheden zijn en hoe zij functioneert. In dat forum zijn alle lidstaten bij de discussie betrokken. En zo hoort het ook.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer