Staatsbezoek ook altijd bezoek aan Nederlanders
Tijdens staatsbezoeken van koningin Beatrix wordt altijd de Nederlandse gemeenschap ter plaatse uitgenodigd voor een ONG, jargon voor: de Ontvangst van de Nederlandse Gemeenschap in den vreemde. Deze receptie vormt een vast onderdeel van een uitgaand staatsbezoek.
Vaak wordt tijdens de voorbereidingen van het staatsbezoek een ”advance party” gehouden op een locatie die geschikt moet zijn. Dat kan een museum zijn, zoals afgelopen woensdag de Pinacoteca do Estado in Sao Paulo tijdens het staatsbezoek aan Brazilië. Of er wordt gebruikgemaakt van bijvoorbeeld de residentie van de Nederlandse ambassadeur, zoals in de Braziliaanse hoofdstad Brasilia en in Chili vorige week.
Op zo’n receptie ontvangt de Koningin tijdens het staatsbezoek de Nederlandse gemeenschap. Daarbij begroet zij iedereen tijdens de ”passade” persoonlijk. Passade staat voor het Franse woord ”vlug langstrekken”. De Nederlanders, die dan al een niet-alcoholisch drankje hebben genuttigd, scharen zich in een rij zodra de Koningin is binnengekomen. Bij de ontvangst lopen ze langs het staatshoofd of een lid van het Koninklijk Huis, schudden diens hand en kunnen een groet of een wens uitspreken. De ceremoniemeester of een ander lid van de hofhouding roept daartoe telkens luid de naam, eventueel ook de hoedanigheid van de betrokken persoon.
Voor een ONG ontvangen de Nederlanders een uitnodiging van het consulaat of de ambassade. Meestal worden belangrijke personen of mensen die zich op een of andere manier verdienstelijk maken, uitgenodigd. Of je krijgt gewoon een invitatie omdat je Nederlander bent. Bij een ONG verschijnen de meeste mensen op hun paasbest; in Sao Paulo droegen sommige vrouwen zelfs een chique hoed.
In het grote Brazilië hadden deze week vier ONG’s plaats, achtereenvolgens in Brasilia, Rio de Janeiro, Sao Paulo en, vandaag, in Recife, de enige waar die bijeenkomst een min of meer informeel karakter zal dragen. Mensen komen van heinde en verre om de ontvangst mee te maken. Nelson en Willy Los uit Carambei -een overwegend agrarische gemeenschap van christelijk-gereformeerde signatuur- namen op dinsdag om 23.00 uur de slaapbus richting Sao Paulo. De volgende ochtend haalden ze in een hotel de ontbeerde slaap in om ’s middags netjes en fit voor Hare Majesteit te verschijnen. Ze vinden de komst van de Koningin, prins en prinses aardig, mede omdat ze ervan uitgaan dat het wel bij een eenmalige gebeurtenis zal blijven.
Een 70-jarige agrariër uit Holambra II, op 300 kilometer van Sao Paulo, heeft er ook naar uitgekeken. Hij is met zijn vrouw en nog een paar mensen in een busje naar de Pinacoteca komen rijden voor de ONG. Ook gebeurt het dat mensen verstek moeten laten gaan. Een 86-jarige Nederlander uit Arapoti moest zich vanwege zijn leeftijd laten excuseren en verontschuldigde zich met de wens dat het „de Majesteit goed zal gaan.”
Tijdens de ONG onthaalt de Koningin haar gasten op een drankje en een hapje. Na de passade neemt ze net als de oude Romeinen al deden een ”bad” in het publiek en maakt met deze en gene een praatje. De hofhouding die haar vergezelt, mengt zich ook tussen de mensen. In Brazilië nemen ook prins Willem-Alexander en prinses Máxima het nodige voor hun rekening. „Ik wist niet dat de prinses er zo uitzag”, zegt een vrouw. „Toen ik haar de hand gaf, ben ik helemaal vergeten naar haar te kijken.”
Als het einde van de receptie nadert, vraagt de organisator even het woord. Hij spreekt de Koningin toe en bedankt haar, waarna ook zij een toespraakje houdt. Koningin Beatrix noemde deze week de ontmoetingen met de Nederlandse gemeenschap bijzonder verrijkend. Ze geven volgens haar een verdieping van het staatsbezoek. Het officiële programma krijgt een aanvulling door het contact met de Nederlanders die, soms vaak al vele jaren, in het buitenland wonen.
Tot slot zingen de gasten al dan niet onder instrumentale begeleiding het Wilhelmus. In Sao Paulo kon iedereen die het eerste couplet niet uit het hoofd kende het nationale volkslied op een briefje meelezen. Want wie lang over de grenzen verkeert, loopt het risico de taal en de liederen van het vaderland te vergeten.