Britten naar de stembus
De kopstukken van de drie grote politieke partijen in Groot–Brittannië hebben donderdagochtend onder grote belangstelling van de media hun stem uitgebracht voor de parlementsverkiezingen. De stembureaus sluiten om 23.00 uur Nederlandse tijd en de eerste resultaten druppelen naar verwachting daarna geleidelijk binnen. Zo’n twintig kiesdistricten beginnen pas vrijdagochtend met het tellen van de stemmen.
De leider van de Conservatieve Partij, David Cameron, kon pas ruim twee uur later dan gepland stemmen omdat politieke tegenstanders het dak van het stemlokaal in zijn kiesdistrict in de buurt van Oxford hadden bezet. Premier Gordon Brown van Labour moest zich door de motregen naar zijn stemlokaal in de buurt van de Schotse hoofdstad Edinburgh begeven. De leider van de Liberaal–Democraten, Nick Clegg, bracht zijn stem uit in de stad Sheffield.Alle drie leiders hadden hun vrouw meegenomen. Cleggs echtgenote, Miriam Gonzàlez Duràntez, mocht echter niet stemmen. Zij is een Spaanse staatsburger.
De stembussen waren om 08.00 uur (Nederlandse tijd) opengegaan. Ongeveer 44 miljoen Britten in 649 van de 650 kiesdistricten waren opgeroepen een nieuw Lagerhuis te kiezen. In het district Thirsk and Malton wordt pas op 27 mei gestemd wegens het overlijden van een kandidaat tijdens de campagne.
De strijd tussen premier Brown, oppositieleider Cameron en de enkele maanden geleden nog vrijwel onbekende Clegg gold zelfs nog tot donderdag als onbeslist. Opiniepeilingen voorspelden dat er voor het eerst sinds 1974 een Lagerhuis komt waarin geen van de grote partijen de absolute meerderheid van minstens 326 van de 650 zetels heeft. In dat geval zullen partijen een coalitie moeten vormen of krijgt Groot–Brittannië een minderheidsregering.
De laatste zes peilingen van kranten gaven aan dat de Conservatieve Partij 6 tot 9 procentpunten op Labour voorligt. Desondanks bestaat de kans dat Labour door het kiesstelsel meer zetels behaalt dan de Conservatieven. Door het districtenstelsel verovert de kandidaat die in een kiesdistrict de meeste stemmen behaalt, een zetel in het Lagerhuis.
In de verkiezingscampagne heeft de economie de belangrijkste rol gespeeld. Groot–Brittannië moet zich van een recessie herstellen en de regering zal sterk moeten bezuinigen om het overheidstekort van 11 procent van het bruto binnenlands product terug te dringen. Geen van de partijen is echter met duidelijke bezuinigingsplannen gekomen.
De opkomst bij de vorige verkiezingen was net boven de 61 procent.