De Stichting Moerman Promotie Vlissingen (SMPV) heeft de borden geschonken aan de protestantse gemeente ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van de kerk twee jaar geleden. Ze zijn vervaardigd door Riaan Rijken, eigenaar van een meubelmakerij in Koudekerke. Het bedrijf maakt onder meer borstbeelden, alliantiewapens, gevelornamenten en wapenschilden.De gildeborden zijn 1 meter breed en 1,70 meter hoog. Ze zijn gemaakt van hout, met de middenstukken van uitgesneden hard gips. De borden verbeelden de economische pijlers van de stad door de eeuwen heen: handel, scheepsbouw en visserij.

Het bord over de handel verbeeldt een Oost-Indiëvaarder en een containerschip. Op de voorgrond staan instrumenten waardoor het varen op de wereldzeeën mogelijk werd: een kompas, een scheepskijker en een jakobsstaf.

Het bord over de visserij verbeeldt het Bijbelgedeelte over de wonderbare visvangst (Joh. 21: 4-6), gesitueerd op de rede van Vlissingen. Op de voorgrond liggen broden en vissen. Links vangen de vissers niets, rechts is het net zo vol dat het bijna scheurt. En het bord over de scheepsbouw toont een Oost-Indiëvaarder in aanbouw, ontleend aan de Vlissingse gildepenning.

Rijken spreekt van een „bijzondere opdracht” waar hij zo’n 1800 uren aan heeft gewerkt. Hoe hij aan de opdracht kwam? „Mond-tot-mondreclame, denk ik. Ik heb al eerder voor de Jacobskerk gewerkt. Het grote grafmonument van burgemeester Johannes Lambrechtsen Coolen (1565-1619), dat in 1911 bij de grote brand van de kerk onherstelbaar was beschadigd, moest gerestaureerd worden. De schade was echter te groot, zodat een restauratie niet mogelijk was. Toen heb ik een kopie van het monument gemaakt.” Het proces is te zien op zijn website.

Gilden, beroepsverenigingen uit de middeleeuwen, schonken vaak aan de kerk een gildebord. Daarop werd de activiteit van het gilde uitgebeeld. Zo had je het bakkersgilde, het slagersgilde en het schoenmakersgilde.

De toren en het lage koor van de Sint-Jacobskerk dateren waarschijnlijk al uit 1328. In 1572 werd de kerk voor de protestantse eredienst ingericht. Op 5 september 1911 viel de kerk ten prooi aan een grote brand, waarbij alleen het stenen casco overeind bleef.