Veteranen defileren door Wageningen
De vrijheid duurt al 65 jaar. Nederland herdenkt woensdag de Duitse nederlaag, en eert zijn en andermans veteranen.
De parachutist trekt zijn voeten op als hij rakelings over de toeschouwers scheert. Seconden later tuimelt hij over het grasveld. Zijn valscherm vlijt zich languit voor hem neer.Negen para’s hangen tegen de donkere wolkenlucht. Een van hen trekt een rood rookspoor achter zich aan. Onder een ander wappert de Nederlandse vlag. Terwijl de ene springer na de andere de landing inzet, kraakt de stem van de piloot door de luidsprekers. Vanuit zijn cockpit feliciteert hij de menigte op universiteitsterrein De Dreijen met de bevrijdingsherdenking. Na de laatste landing komt het vliegtuigje nog één keer over voordat de piloot terugkeert naar Teuge.
Wageningen staat tot ver in de omtrek ‘dichtgeparkeerd’. Bus na bus draait de toegangsweg van Wageningen Universiteit op. Een grote, witte tent vult zich met veteranen in alle soorten en kleuren. En in alle leeftijden, want het jaarlijkse bevrijdingsfeest is niet alleen voor de oudstrijders uit de Tweede Wereldoorlog bestemd.
„Het is een stuk drukker dan vorig jaar”, observeert Indiëveteraan Jonkman. „Omdat het 65 jaar geleden is.” Het, dat is de bevrijding van het Duitse juk; de terugkeer van vrede en vrijheid.
Jonkman (84) komt elk jaar. „Tien jaar geleden kreeg ik een hartaanval, twee jaar later een herseninfarct. Ik mocht niets meer. Maar uiteindelijk kreeg ik toch toestemming om hier naartoe te gaan.”
Hij komt hier graag. „Vanwege de sfeer, de oude mentaliteit: het alles voor elkaar overhebben.” Dat ondervond de Zwollenaar toen hij tijdens de oorlog onderdook. „Ik wilde niet naar Duitsland.” Een boer bezorgde hem werk en een slaapplek. Van 1946 tot 1949 zat Jonkman op Java. „Ik heb al twee kameraden van toen gezien.”
De gelederen dunnen uit. „In Zwolle hebben we een club van oud-mariniers. We begonnen met vijftig man. Nu zijn het er nog twintig.”
Barendrechter G. Verkamman ging later naar Indië, en kwam ook later terug: „Van ’49 tot ’52. Wij rondden het Nederlandse verblijf daar af.” Eerst op Sumatra, daarna op Java. Maar daarmee was het níét afgerond. „Het contact met de jongens is altijd gebleven. Als we bij elkaar kwamen, vertelden we wat we hadden meegemaakt. Die verhalen werden soms wel mooier gemaakt dan het was. Met de Indiëveteranen uit de omgeving van Barendrecht en Ridderkerk houden we nog altijd om de zoveel maanden een kringbijeenkomst, om de band vast te houden. Ik heb ook wel reünies van ons bataljon georganiseerd. Die periode in Indië blijft je je hele leven bij.”
Verkamman loopt mee tijdens het defilé, Jonkman laat zich rijden. En Charlie Stretch uit het Engelse Birmingham wijst op zijn stok: meelopen gaat niet meer, maar meedoen doet hij graag. „Ik ben tien keer naar de herdenking in Frankrijk geweest; de afgelopen zes jaar naar Nederland.” Dat komt omdat zijn huidige club hierheen gaat: „De veteranenverenigingen slinken en daarom fuseren ze.”
Stretch maakte D-day mee, 6 juni 1944. Hij was marineman op een schip dat de invasie op de Normandische kust met kanonvuur ondersteunde. De Duitse stellingen werden ongenadig onder vuur genomen. „De volgende dag werd ik 20 jaar.”
Voordien en nadien was zijn schip op de Middellandse Zee. „Ook daar hebben we landingen met het vuur van ons geschut ondersteund.”
Veel oude strijdmakkers vallen weg; „ik heb de laatste tijd veel begrafenissen gehad.”
Het herdenken van oorlogsslachtoffers en bevrijding blijft waardevol, stelt de Brit. „Oorlog is zo’n verspilling van levens. Jonge levens.”
De tent stroomt vol. De veteranen zitten al vroeg aan het bier. Een muziekkorps overstemt het geroezemoes. Als enkele jonge veteranen de polonaise inzetten, de handen op elkaars schouders, sluiten twee hoogbejaarden zich bij hen aan, de een nog zwaaiend met zijn bierglas. Vaandels en vlaggetjes wijzen de veteranen de weg naar hun makkers. Het KNIL zit in de hoek, al vallen daar deze keer niet de klappen.
Groepjes Canadese jongeren, allemaal in het rood, zwerven tussen het Nederlandse publiek door. Hier en daar en overal veteranen: bevrijders uit de Tweede Wereldoorlog, oud-strijders uit Indië en Korea, en van latere krijgsinspanningen. Sommiger revers zijn bijna te smal voor alle medailles. Jongeren proberen schuchter contact met de veteranen te leggen. Grijsaards lopen jong en jolig te doen; meppen elkaar enthousiast op de schouder. Een jong ouderpaar, kind op de schouders en blauwe baret op het hoofd, begroet de andere Dutchbatveteranen enthousiast.
Een helikopter roffelt over. Wageningen wordt in de gaten gehouden. De sfeer is echter ontspannen en gemoedelijk; ook na de gebeurtenissen op de Dam dinsdagavond.
In een standje bij het gebouw van de wiskundefaculteit demonstreert het Museum Verbindingsdienst een veldtelefoon. Binnen nog meer standjes: van de vereniging Oud-Wageningen, van de kampen Amersfoort en Vught, van clubs die de herinneringen aan de vijf bange oorlogsjaren levendig proberen te houden. Een groepje Unifillers haalt herinneringen op aan Libanon.
In de collegezaal draait een film van een vorig defilé, toen nog afgenomen door prins Willem-Alexander en zijn oom Pieter van Vollenhoven. Doedelzakken klinken. De veteranen glimlachen fier als ze langs de kroonprins paraderen.
Buiten het wiskundegebouw groeit de menigte die straks het defilé van 2010 wil zien. Groepjes veteranen worden nog even gedrild voor werk dat ze de rest van het jaar allang niet meer doen. Ze marcheren, en als ze rechtsomkeert maken, brullen ze: „Het bier is weer best!”
Andere veteranen maken zich vrolijk over de exercities, die niet altijd vlekkeloos verlopen. „That was funny!”
Het Rode Kruis ontfermt zich over een veteraan die wit weggetrokken op de grond zit. Hij glimlacht alweer.
Hier en daar is er geen doorkomen meer aan. Twee hondjes op een jeep komen ogen tekort.
De jonge Canadezen hebben een eigen tent –even groot als benauwd–, maar drommen vooral ook samen voor de patatkraam. Anderen liggen op de grond en fatsoeneren elkaars kapsel. Maar ze zijn hier vandaag, tijdens hun reis door Europa, ook aan het werk: de jongeren interviewen de Canadese veteranen.
Dichtbij daveren opeens kanonschoten; bij elk schot klinken gilletjes uit het publiek. Op de zanderige heuvels even verderop sjorren soldaten aan een antiek affuit. Rook dampt op. Een jongetje in een wandelwagen is niet onder de indruk: hij zeurt halfhuilend om een politieagent die hij wil zien. Al die soldaten ook…
Paarden sleuren het kanon het terrein af, terwijl soldaten een ‘gewonde’ makker –met gespalkt been– afvoeren op een raderbrancard. „Net als in 1940”, alleen hebben de militairen meer lol dan destijds.
”Vrijheid Wereldwijd”, is dit jaar het thema van de herdenking. De Wageningse bevolking telt zo’n 170 nationaliteiten, en een aantal daarvan loopt hier vandaag in veelvoud rond.
Herdenkingsbijeenkomst
Tijdens de jaarlijkse herdenkingsbijeenkomst in de Johannes de Doperkerk spreken prof. J. C. H. Blom, oud-directeur van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), en oud-minister Gardeniers-Berendsen. Lavinia Meijer, harpiste en bekroond met de Nederlandse Muziekprijs 2009, brengt het stuk van P. Petterson ten gehore, ter gelegenheid van het jubileumjaar gecomponeerd. Ook de koninklijke militaire kapel Johan Willem Friso zorgt voor muzikale omlijsting.
Op het 5 Mei plein heeft de Herdenkingsplechtigheid Capitulaties 1945 plaats bij het Nationaal Bevrijdingsmonument. De vlaggen hangen slap langs hun stok. Kinderen van de St. Jozefschool uit Wageningen, die het monument heeft geadopteerd, laten 25 duiven los.
Defilé
Daarmee start het Bevrijdingsdefilé. Paradecommandant is luitenant-generaal der artillerie b. d. T. Meines. De 1500 veteranen marcheren of rijden de Generaal Foulkesweg af, richting Hotel de Wereld. Namen die aan mei 1945 herinneren.
Staatssecretaris De Vries (Defensie) besloot in september vorig jaar dat zijn ministerie dit jaar voor het laatst meedoet aan de herdenking, om financiële redenen, en omdat Defensie zich meer wil richten op de landelijke Veteranendag die elk jaar in juni in Den Haag wordt gehouden. Daarop kwam veel kritiek van organisaties en vanuit de politiek. De Vries kwam vervolgens terug op zijn besluit. Nu is hij hier om het defilé af te nemen.
Onder luid applaus trekken de oud-militairen voorbij. Het publiek zwaait met vlaggetjes en juicht de strijders toe. Het bevrijdingsvuur flakkert. Veteranen in jeeps, veteranen op trucks, veteranen die stram voorbijmarcheren. Ze salueren, zwaaien, brengen het V-teken, werpen het publiek kushandjes toe, steken hun duim op. Ze nemen bloemen in ontvangst en schudden hier en daar iemand de hand. Historische vliegtuigen brommen over.
De zon breekt door en beschijnt de medailles. Een stoottroeper wijst omhoog: „Een oranjezonnetje!”