„SGP antidemocratisch maar onschadelijk”
De SGP is een partij die op gespannen voet staat met de democratie, maar is „wezenlijk onschadelijk.” De partij beroept zich zelfverzekerd op haar interpretatie van Gods wil, maar maakt ook gebruik van seculiere argumenten. „Ze wekt zeker niet de indruk dat ze democratische rechten wil afschaffen.”
Dat concludeert Anke Schuster in haar proefschrift ”Public reason and religious arguments”, waarop zij donderdag in Groningen in de wijsbegeerte promoveert.In haar studie stelt Schuster dat religieuze argumenten in het publieke debat veel meer ruimte moeten krijgen dan de meeste aanhangers van de zogeheten ”publieke rede” bereid zijn toe te staan. De publieke rede is een begrip uit de liberale politieke theorie dat aangeeft welke argumenten al dan niet mogen worden gebruikt in het publieke debat. Daarbij gaat het Schuster niet om de vraag of dit juridisch geoorloofd is (wat volgens haar vanzelfsprekend het geval is), maar om een morele kwestie: is iemand die religieuze argumenten in het publieke debat gebruikt wel een goede burger en een goede drager van een publiek ambt?
Theorieën van de publieke rede komen vooral uit de Verenigde Staten, waar de tegenstelling tussen seculiere liberalen en conservatieve christenen volgens Schuster veel sterker is dan in Nederland. „De meeste auteurs gaan ervan uit dat er in het publieke debat politieke kwesties bediscussieerd worden waarop uiteindelijk beslissingen worden genomen waaraan iedere burger onderworpen is. Er is de afgelopen tijd een ontwikkeling geweest van het exclusionisme, uitsluiting van religieuze argumenten in het publieke debat, naar inclusionisme, het insluiten ervan.”
Schuster vindt dat politieke dwang gegrond moet zijn op argumenten die voor iedereen acceptabel zijn. „Religieuze argumenten zijn mijns inziens niet voor iedereen acceptabel. Maar dat betekent niet dat burgers ze niet mogen gebruiken. Het verklaart wel waarom dragers van publieke ambten in het algemeen geen religieuze argumenten zouden moeten gebruiken, maar, zo stel ik: met uitzondering van parlementsleden van religieuze partijen, omdat het hun taak is religieuze burgers te vertegenwoordigen.”
Schuster (1979) is beleidsadviseur voor internationale zaken bij de vereniging van universiteiten VSNU. Zij woont pas sinds vijf jaar in Nederland. Ze heeft de indruk dat religie in de publieke ruimte in Nederland veel duidelijker aanwezig is dan in bijvoorbeeld Duitsland, waar ze enkele jaren studeerde.
Schuster: „Als je naar de sociologische literatuur kijkt, kun je veel lezen over de terugkeer van religie en vind je veel auteurs die beweren dat religie helemaal niet uit de openbare ruimte is verdwenen. Dit is speculatie, maar ik kan me eigenlijk niet voorstellen dat religie in de publieke ruimte nog meer onder druk komt te staan. Integendeel, ik zie steeds meer ruimte en respect voor het islamitische geloof, ook in zijn publieke uitingen, behalve dan bij Wilders. In het kader van gelijke rechten voor iedereen zouden de christelijke groeperingen hiervan kunnen profiteren.”
Vrouwenstandpunt
De promovendus typeert de SGP als een „fundamentalistische”, „antidemocratische” partij, vanwege het feit dat ze de volkssoevereiniteit ontkent en naar een „theocratisch bestel” streeft, in die zin dat zij de regering een rol toekent in het bevorderen van het geloof. Maar voor het overige opereert de partij in harmonie met het democratische debat en vormt ze geen gevaar voor de liberale democratie.
Of de SGP vrouwen van de kieslijst mag weren is een afweging tussen verschillende grondrechten, aldus Schuster. „Aan de ene kant is het recht op vereniging van toepassing, dat inhoudt dat je met gelijkgezinden een organisatie mag oprichten en je opvattingen mag uitdragen. Ook het recht op vrije meningsuiting en godsdienst.
Aan de andere kant kunnen tegenstanders van het vrouwenstandpunt zich beroepen op het recht op vrijheid van onderscheid te maken en het recht op gelijkheid in de publieke ruimte. In deze afweging weegt mijns inziens de vrijheid van vereniging zwaarder.”
In een liberale democratie moet het volgens Schuster mogelijk zijn om met gelijkgezinden een vereniging op te richten die met de standpunten en visies van de leden overeenkomt. „De SGP is gegrond op een bepaalde interpretatie van de Bijbel. Het vrouwenstandpunt is een deel daarvan. Op basis van haar begrip van de Bijbel vindt de SGP dat vrouwen niet geschikt zijn voor een publiek ambt. Dan mag zij als vereniging van gelijkgezinden wat mij betreft vrouwen weren van haar eigen kieslijst. Vrouwen die zich kandidaat voor een partij willen stellen, kunnen dat in een andere partij doen.”