Nederland besloot vlak na de aanslagen van 11 september 2001 wegens het verhoogde dreigingsrisco het gebouw beter te bewaken. Dat leidde aan het Lange Voorhout midden in het Haagse centrum tot onder meer een afzetting en het (tijdelijk) plaatsen van een pansterwagen. Ook volgden maatregelen waardoor het verkeer niet meer te dicht in de buurt komt.

Toch lukte het linkse activisten in maart tijdens een demonstratie ongestraft de ambassade te benaderen. Ze zetten simpelweg een van de hekken rond het pand opzij, zodat ze het konden bekladden en er natte sponzen tegenaan konden gooien. De Amerikaanse regering protesteerde bij toenmalig minister De Hoop Scheffer van Buitenlandse Zaken over het gebrekkige optreden van de politie.

Enkele weken daarvoor nog had de Nederlandse regering de Amerikaanse ambassadeur Sobel gevraagd de vertegenwoordiging te verplaatsen. „Als je de veiligheidsmaatregelen structureel van aard wilt maken, is de huidige locatie niet de meest handige", liet een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken destijds weten.

Verantwoordelijk voor de bescherming is de Haagse burgemeester Deetman. Gemeente en ambassade zijn al langer in gesprek over alternatieve plekken. Deetman vindt dat als Den Haag aan alle veiligheidswensen van de Verenigde Staten tegemoet zou komen, „het mooiste stukje van Den Haag voor jaren wordt verpest". Omwonenden klagen trouwens al jaren over de overlast die ze van alle toestanden ondervinden.

De ambassade zelf zegt niks over een mogelijke verhuizing naar een andere locatie in Den Haag. „We werken samen met de relevante Nederlandse overheidsorganen om te komen tot passende veiligheidsmaatregelen. We waarderen de inspanningen zoals die tot nog toe zijn gedaan zeer", aldus een woordvoerster van de ambassade in februari.

Deetman zei in maart niet te verwachten dat de diplomatieke post op korte termijn verhuist. De gemeente kan Sobel niets opleggen, omdat de ambassade Amerikaans grondgebied is.