„Starters op arbeidsmarkt voelen zich als zijwieltjes van een collega"
Zo loop je in spijkerbroek, en zo hul je je dagelijks in een driedelig pak. Best wennen, de eerste baan en de eerste baas.
De overgang van het studentenleven naar de arbeidsmarkt kan groot zijn. Soms vertoont het meer kenmerken van een kloof. Onderweg struikelt er nogal eens iemand, blijkt uit reacties van jongeren en deskundigen.„Jongeren moeten groeien in hun rol als werknemer”, zegt Wendy Kers. Samen met haar man Daniël runt ze Kers & Kers Loopbaancoaching in Apeldoorn, een bedrijfje dat zich richt op studenten en op starters op de arbeidsmarkt.
„De starter ziet zich vaak als een frisse wind”, zegt Wendy. „Zo is hij ook binnengehaald. Maar eenmaal in dienst stuit hij op een gevestigde orde. Een bedrijf ziet zo’n jongere als een beginnend beroepsbeoefenaar, en zegt: Ga eerst maar eens gewoon aan het werk. De starter zegt: Ik heb mijn diploma, ik wil mijn meerwaarde bewijzen. Mijn kennis is vers, mijn netwerk groot.”
Vaak doet een organisatie wel een beroep op hun kunde, maar zien jongeren dat niet zo, denkt Kers. „Ze mogen bijvoorbeeld meedoen aan een project. Zij ervaren het alsof ze de zijwieltjes van een collega zijn, terwijl ze in werkelijkheid behoorlijk wat op hun schouders krijgen.”
Jongeren willen te graag, meent Kers. „Maar ze zetten te grote stappen.”
In hun studietijd leren jongeren wel een vak, maar ervaringen op de werkvloer moeten ze nog opdoen, signaleert Kers. „Ze komen hier en zeggen: de opleiding en het vak vind ik leuk, maar werken, daar is niks aan. Ik leg hun uit dat kennis goed is, maar dat werken ook een levenslang leerproces is.”
Starters zijn gevoelig voor flitsende wervingscampagnes, maar de werkelijkheid schrikt hen zomaar af. Kers: „Als hij na een vlotte werving het kantoor binnenstapt en alleen driedelige pakken en attachékoffertjes ziet, zegt een jongere: Dit had ik niet bedoeld. Het scheelt als studenten vooraf in verschillende branches ervaringen opdoen.”
Verschillen tussen branches ziet Kers niet zo; zij denkt dat vooral iemands instelling het verschil maakt. Wel signaleert ze dat mbo’ers realistischer zijn ingesteld dan hbo’ers en wo’ers, omdat de eersten meer uren stage lopen.
Marieke van de Beek, juridisch medewerker individuele belangenbehartiging bij vakorganisatie RMU, bespeurt een ander probleem bij mbo’ers – of meer nog bij lbo’ers, zegt ze. „Ze vinden het lastig dat er ook plichten horen bij de arbeidsmarkt. Ze hebben bijvoorbeeld een jaarcontract en willen eerder weg, denken dat dat gewoon kan. Of ze verwachten dat, als het goed gaat, hun jaarcontract vast wordt verlengd. Ze verdiepen zich vooraf niet zo in de regels.”
Het valt haar overigens ook op dat velen al jong in een langdurig re-integratietraject terechtkomen. „De werkdruk ligt voor hen best hoog, of ze hebben misschien weinig regelcapaciteit.”
Op het gebied van regels adviseert Van de Beek iedereen in elk geval het arbeidscontract te bestuderen en de cao te bekijken. „En in een jaarcontract kan een tussentijds opzegbeding worden opgenomen. Daar kun je vooraf om vragen.”
Loopbaancoach Kers heeft ook tips. Eén voor werkgevers. „Gebruik in wervingscampagnes niet te veel mooie woorden, houd het puur.” En voor starters: „Stel je niet ten doel direct manager te worden.”
„Ik voel me soms broekie”
Geert Schipaanboord (24) werkt precies één jaar bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Sinds 1 mei 2009 is hij er beleidsmedewerker, vooral op de gebieden inburgering en Wajong.
Daarvoor studeerde hij politicologie en geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
„Supergoed” bevalt de baan hem. „Ik ben veel buiten de deur, bijvoorbeeld om te lobbyen bij fracties van de Tweede Kamer of bij ministeries.”
Niet alleen de werktijden zijn anders dan in de studententijd. „Op de universiteit leefde ik met weinig verantwoordelijkheden. Nu ben ik onderdeel van een team. Tijdens mijn studie was ik vooral met mezelf bezig. Nu is ook belangrijk wat anderen vinden. Toen ik studeerde, was ik eigen baas. Nu werk ik onder een leidinggevende die me soms bijstuurt.”
Geert ziet die veranderingen zeker niet als nadelen. „Het is leuk om bij de echte wereld te horen. Ik voel me soms nog wel een broekie: er valt nog veel te leren.”
„Baan vraagt serieuze houding”
Jantine van Holten (23) werkt sinds 1 september 2009 als verpleegkundige op de maag-, darm- en leverafdeling van het Erasmus MC. Daarvoor deed ze de hbo-v.
Tijdens haar opleiding liep Jantine al stage in een ziekenhuis. „Ik vind het leuk om nu verantwoordelijkheden te krijgen die ik eerder niet had. Ik word serieus genomen, moet leerlingen begeleiden, projecten opzetten en mag meedenken in het team. Dat is een uitdaging.”
Na een paar maanden merkte Jantine dat die verantwoordelijkheden veel energie vergen. „Toen ik stagiaire was, kon ik me terugtrekken als het moeilijk werd. Dat kan nu niet meer. Een baan vraagt om een serieuze houding.”
Tijdens haar studie leerde Jantine dat het minimaal een jaar duurt voor ze volwaardig verpleegkundige is. „Ik merk nog steeds dat er punten zijn waaraan ik moet werken. En ik vind het leuk om te blijven leren en beter in mijn vak te worden.”
„Werktijden zijn wennen”
Wouter van den Berg (23) is sinds begin maart adviseur bij de Besturenraad, de belangenorganisatie van het christelijk onderwijs. Voordat hij daar werkte, deed hij de pabo en deed hij een premaster en master political science.
„Ik heb nog geen tegenvallers gehad in mijn baan. Het bevalt goed, absoluut”, aldus Wouter, die werkt op de afdeling belangenbehartiging en zingeving van de Besturenraad.
De overgang van studeren naar werken, viel hem niet tegen. „De werktijden zijn natuurlijk wel anders. Dat is even wennen.”
Verschillen tussen studeren en werken zijn er genoeg. „Ik heb een heel andere verantwoordelijkheid. Ik vertegenwoordig nu de Besturenraad en spreek namens die organisatie, onlangs bijvoorbeeld tijdens een debat met Kamerleden. Je moet je woorden dan zorgvuldig kiezen.”
Wouter heeft een tip voor starters op de arbeidsmarkt: „Als je werk vindt, moet je dat met beide handen aangrijpen. Ga ervoor en leer ervan. En blijf vooral jezelf tijdens je werk.”