Het openbaar ministerie (OM) had tijdens het hoger beroep vijftien jaar cel en tbs geëist. Het hof kwam tot een lagere straf, onder meer omdat het, in tegenstelling tot justitie, niet bewezen acht dat F. Cevat met voorbedachten rade doodschoot. Hij is volgens het hof dan ook schuldig aan doodslag en niet aan moord op Cevat.F. reed die bewuste avond in dronken toestand en met een geladen pistool naar de woning van zijn ex–vriendin in Amstelveen, volgens het hof om haar te vermoorden. Tijdens die rit kreeg Cevat, met de auto op weg naar het politiebureau voor een nachtdienst, zijn slingerende voertuig in het vizier. Toen ze beiden stopten en uitstapten, schoot F. de agente volgens ooggetuigen vrijwel direct en van dichtbij door het hoofd.

Na de dodelijke schietpartij drong F. met geweld de woning van zijn ex binnen. Zij was op dat moment niet thuis, maar haar zoon en twee andere jongens wel. Zij sprongen in doodsangst uit het raam en vluchtten. Voordat hij Cevat doodschoot, had F. al twee kogels door de voordeur van de ouders van zijn ex geschoten.

Behalve aan doodslag op Cevat, is F. volgens het hof ook schuldig aan poging tot moord op haar ouders, voorbereiding van moord op en bedreiging van zijn vriendin en verboden wapenbezit. Hij kreeg tbs opgelegd omdat hij onder meer een persoonlijkheidsstoornis heeft.

Opvallend is dat justitie tijdens het hoger beroep betoogde dat niet kan worden bewezen dat F. wist dat hij op een agente schoot, wat tot een hogere straf kan leiden. Tijdens de rechtszaak stelde het OM nog dat dat wel het geval is. Net als de rechtbank vorig jaar oordeelde ook het hof donderdag dat niet vaststaat dat F. wist dat hij een politieagente voor zich had.