Koninklijk Huis

Nauwgezet, alert en hartelijk

Een burgemeester die een verjaardagsbezoek aan koningin Beatrix afzegt, een hoogleraar die met de vorstin spreekt over de betekenis van Calvijn en een minister die het aantal kleinkinderen met haar uitwisselt. De ervaringen van personen die Hare Majesteit persoonlijk ontmoetten, zijn divers.

tekst Michiel Bakker
29 April 2010 11:06Gewijzigd op 14 November 2020 10:27
Minister Van Middelkoop deelde een historisch moment met koningin Beatrix toe zij na een regeerperiode van bijna dertig jaar voor het eerst deze dapperheidsonderscheiding mocht uitreiken. beeld ANP
Minister Van Middelkoop deelde een historisch moment met koningin Beatrix toe zij na een regeerperiode van bijna dertig jaar voor het eerst deze dapperheidsonderscheiding mocht uitreiken. beeld ANP

Een telefoongesprek dat minister E. van Middelkoop van Defensie vorig jaar met koningin Beatrix voerde, zal hij niet snel vergeten. „Tijdens een NAVO-bespreking in Boedapest belde ik de koningin op met de mededeling dat ik had besloten iemand voor te dragen voor de Militaire Willemsorde. De manier waarop ze reageerde, was hartverwarmend. Ze vond het bijzonder dat ze na een regeerperiode van bijna dertig jaar voor het eerst deze dapperheidsonderscheiding mocht uitreiken.”Samen met de koningin bereidde Van Middelkoop de ceremonie, die in mei 2009 plaatshad, voor. „Een bijzonder en mooi proces. Op de dag van de uitreiking van de orde was ik gastheer. Vanaf een verhoging zag ik hoe de koningin vlak voor mij met een krachtige armslag Marco Kroon tot ridder sloeg. Een schitterend moment, ook voor haarzelf.”

Halverwege de jaren negentig sprak Van Middelkoop als GPV-kamerlid de vorstin voor het eerst. Diverse ontmoetingen volgden, vooral nadat hij in 2007 door haar tot minister was beëdigd. „Er is een hechte band tussen Defensie en het koningshuis, denk bijvoorbeeld aan de bijzondere positie die de adjudant van de majesteit, generaal Henk Morsink, heeft als hoofd van het Militaire Huis.”

Mede door gesprekken met de koningin kreeg Van Middelkoop meer zicht op de zwaarte van haar ambt. „Ze wil staatshoofd zijn voor alle Nederlanders. Daarin gaat ze ongelooflijk nauwgezet, gevoelig en professioneel te werk. Ik ben onder de indruk geraakt van haar hoge, diep doorleefde ambtsopvatting.”

Hoewel zijn gesprekken met de koningin in een zakelijke context staan, zijn er ook momenten dat persoonlijke wederwaardigheden de revue passeren. „Zo wisselden we een keer het aantal kleinkinderen dat we hebben uit. Op dat moment had ze nog een zekere voorsprong op mij, maar inmiddels ben ik die aan het inlopen”, zegt de minister lachend.

Hoog water

Een grote interesse in mensen, in combinatie met een uiterst serieuze ambtsopvatting typeert de koningin, vindt burgemeester J. C. M. Pommer van Sint Michielsgestel. Hij was jarenlang voorzitter van (een voorloper van) de Bond van Oranjeverenigingen. Ook maakte hij deel uit van het Nationaal Comité zilveren regeringsjubileum.

„Als koningin Beatrix ergens komt, werkt ze geen draaiboek af. Achter het programma ziet ze mensen van vlees en bloed, voor wie ze een warme belangstelling heeft. Op een dag bezocht ze diverse boerderijen. Aan het eind van het programma zei ze dat ze op een daarvan een kind, dat ze bij de naam noemde, vergeten was een hand te geven. Dat wist ze precies. Ze bereidt zich altijd goed voor op ontmoetingen en weet wie ze tegenover zich heeft.”

In 1995 was Pommer nauw betrokken bij de fusie van de Christelijke Bond van Oranjeverenigingen, waarvan hij voorzitter was, en de Federatie van Oranjeverenigingen. „De koningin was een groot voorstander van die fusie. Rond Oranje moet je één zijn, vond ze.”

Vlak na de fusie kreeg Pommer, destijds burgemeester van Ammerzoden, een uitnodiging om op 31 januari bij de vorstin op Paleis Huis ten Bosch op verjaardagsbezoek te komen. „’s Ochtends heb ik die afspraak afgebeld. We hadden te kampen met hoog water en een deel van onze gemeente moest worden geëvacueerd.”

Een paar maanden later mocht Pommer alsnog zijn opwachting maken bij de koningin. „Ze stelde me meteen op mijn gemak en zei: „Ik vond het wel een beetje overdreven dat u bijna de dijken hebt doorgestoken om niet op mijn verjaardag te komen.” Dat zette de toon van het gesprek.”

Na de aanslag

Een oprecht belangstellende vorstin trof prof. dr. H. J. Selderhuis op 7 mei vorig jaar in de Grote Kerk te Dordrecht bij de opening van de expositie ”Calvijn & Wij”. Tijdens die bijeenkomst bevond de christelijke gereformeerde hoogleraar en voorzitter van het Herdenkingscomité 500 jaar Calvijn zich zo’n twee uur in haar gezelschap.

Selderhuis: „Het was een week na de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn. In mijn openingswoord heb ik gezegd dat ik het bijzonder vond dat de koningin naar Dordrecht was gekomen. Toen ze binnenkwam, ging het publiek staan en begon voor haar te applaudisseren. Dat vond ze mooi, maar ze had daarvoor al eens aangegeven dat ze het niet echt nodig vond.”

Bijzonder noemt Selderhuis het ook dat hij tijdens de bijeenkomst met koningin Beatrix kon spreken „over wat Calvijn en het calvinisme voor Nederland betekenen.” Tijdens de diverse presentaties in de kerk zat hij naast haar. „Ze toonde belangstelling voor wat er aan de orde was en reageerde met waardering op wat er werd gezegd. Ik had zeker niet het gevoel dat het voor haar een routinebezoek was.”

De hoogleraar noemt het optreden van de vorstin „scherp, alert en hartelijk. Ze had bijvoorbeeld ook oog voor de kinderen die er waren en wees op een jongetje voor in de kerk. Leuk voor mij was dat het om mijn achtjarige zoontje ging.” Zijn beeld van de koningin veranderde niet door de persoonlijke ontmoeting, zegt Selderhuis, maar „mijn bewondering voor haar is er wel door toegenomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer