Van Zweden haalt het onverwachte naar boven
Honderdvier symfonieën schreef Joseph Haydn (1732-1809). Een prestatie? Zelf vond hij van niet. Componeren was zijn dagelijks werk en het regelmatig afleveren van een symfonie hoorde daarbij.
De vraag rijst: Zijn al die symfonieën nu echt wel de moeite waard? Daar kun je verschillend over denken. In ieder geval zit er wel een kwalitatieve ontwikkeling in, maar daartegenover staat dat ook de vroege werken in het genre getuigen van een creatieve en inventieve geest.Na zijn ‘pensionering’ in 1790 richtte Haydn zich op Engeland. Hij was er verschillende keren te gast, op uitnodiging van de Engelse violist Salomon, die de meester hoog vereerde. De nummers 94 tot en met 104 van de symfonieën heten dan ook de Londense symfonieën. Toch kan nummer 92, de zogenaamde Oxfordsymfonie uit 1788, daar ook bij worden gerekend, gezien bezetting en opzet.
Dirigent Jaap van Zweden legde in 2007 drie van Haydns werken (de nummers 92, 94 en 97) vast met zijn Radio Kamer Filharmonie. Gelijke inzetten zijn doorgaans voor geen enkel beroepsorkest een probleem, maar wat hier gebeurt aan precisie en exactheid grenst aan het volmaakte. Daarbij slaagt Van Zweden erin bij deze overbekende stukken onverwachte details naar boven te halen, zoals het benadrukken van dynamische overgangen of het laten uitkomen van een tegenstem. Alles klinkt heerlijk transparant, misschien ook wel door de toegepaste superaudiotechniek, maar vooral door de niet-aflatende concentratie van dirigent en musici. Let eens op het beroemdste akkoord dat Haydn schreef: de paukenslag in het Andante van nummer 94: geen dreun, maar een heldere, pulserende slag die nog lang naklinkt.
Haydn. Symphonies; Netherlands Radio Chamber Philharmonic o.l.v. Jaap van Zweden; Exton (OVCL 00375); € 22,99.