„Wat in Saudi-Arabië normaal is, is het hier nog niet”
In de Brusselse deelgemeente Sint-Jan Molenbeek zou volgens sommigen een gevaarlijke islamisering aan de gang zijn. Vrouwen in boerka’s laten zich er echter niet zien. „Islam is vrijheid”, zegt een buurtbewoner.
Helemaal verwonderlijk is de bijnaam voor Sint-Jan Molenbeek niet: Klein Marokko. De supermarkt heet El Wafa Trad, de bakker Omar, de pizzeria Di Bari en de kapper Minoun. Autochtone Belgen zijn in de volkswijk achter de basiliek op één hand te tellen.De gewraakte typering is vooral bekend geworden door een boek dat de Marokkaanse journaliste Hind Fraihi over de Brusselse wijk schreef, ”Undercover in Klein Marokko”. Fraihi leefde twee jaar in Sint-Jan Molenbeek en schreef vervolgens dat zich daar een verregaande islamisering en radicalisering voltrekt. Veel van de wijkbewoners konden haar publicatie niet waarderen.
In heel België lopen naar schatting 200 tot 270 vrouwen in een boerka rond, dus zo groot is de kans niet er een tegen het lijf te lopen. De typering van Fraihi van Molenbeek doet vermoeden dat ten minste een deel van die groep moslima’s zich in die wijk moet ophouden. Op straat lopen vrijwel alle vrouwen er gesluierd bij, maar boerka’s zijn er niet te zien. Misschien zijn ze afgeschrikt door het boerkaverbod dat al enige tijd in Molenbeek geldt.
Wijkbewoner Hussein –een zestiger die 45 jaar geleden vanuit Marokko naar België trok– lijkt zich niet erg druk te maken over het ophanden zijnde verbod voor heel België. „Het is allemaal politiek”, zegt hij. „Het heeft net als al-Qaida niets met geloof van doen. Al-Qaida gaat alleen over macht.” Hij trekt er een vies gezicht bij.
Volgens Hussein gaat het in de islam echter boven alles om vrijheid en niet om boerka’s en nikabs. „Het is een weg”, zegt hij, terwijl hij met zijn handen een pad vormt. Hij begint enthousiast de inhoud van het islamitisch geloof uit te leggen.
„We hebben veel moskeeën hier, heel veel”, zegt Mohammed, die erbij is komen staan. Hij wil wel de weg wijzen en loopt enthousiast vooruit naar een binnenplaatsje achter een ijzeren poort, waar een gebedshuis blijkt te staan. De imam blijkt echter niet aanwezig, wel een aantal andere moslims die in een mengeling van Frans en Arabisch verwoed meedenken over een geestelijke die het hoe en waarom van de boerka zou kunnen uitleggen. „Kom anders zaterdag naar de Koranles”, zegt een moskeebezoeker. „Onze imam weet zeer veel en kan het goed uitleggen.”
In een grote moskee aan de Rue Delaunoy biedt een jongeman aan mee te rijden naar de Grote Moskee in het Jubelpark van de stad om daar iemand op te duiken die het woord kan voeren over de boerkakwestie. In het enorme gebouw, waar ook veel islamitische instanties gevestigd zijn, blijkt echter ook nog niet zo gemakkelijk een geschikte persoon gevonden. De man die zich achter de deur met het bordje ”Bekeringszaken” bevindt, verwijst naar de Executieve van de Moslims van België. Die blijkt echter enkel op woensdag en vrijdag aanwezig te zijn.
Eerder liet de Executieve, het vertegenwoordigende orgaan van de moslims in België, weten het oneens te zijn met het boerkaverbod. „Het dragen van een gezichtsbedekkende sluier is een vrijheid van elk individu”, aldus de vicevoorzitter tegenover Belgische media.
Dat vindt ook Charif, een 28-jarige Molenbeker. „Het argument dat politici gebruiken voor een verbod op de boerka is dat het je minder herkenbaar maakt voor onder meer de politie en dat kan ik begrijpen. Wat in Saudi-Arabië gewoon is, is het hier nog niet. Ik vind het echter wel problematisch dat hiermee de vrijheid van godsdienst wordt ingeperkt.”
De Belgische moslims lopen al langere tijd aan tegen het verbod op het dragen van hoofddoekjes op veel Belgische scholen. In Molenbeek is mede als reactie daarop in 2007 een islamitische school van start gegaan, de Avicennaschool. Meisjes dragen op deze school –die overigens niet erkend wordt door de Belgische regering– verplicht een hoofddoek.
De directeur van de school maakt op zijn werkkamer echter vriendelijk doch beslist duidelijk niet over de boerkakwestie te willen praten. „We hebben te veel negatieve ervaringen met de pers gehad”, zegt hij. „We worden steeds weer verkeerd geciteerd.”
Ook al is er soms frictie tussen autochtone en allochtone Belgen, wijbewoner Hussein wil niet negatief zijn over zijn land. „Het is goed om in België te wonen”, zegt hij. „Als moslims hebben we hier veel vrijheid. Maar het beeld dat gewone Belgen van moslims hebben is vaak te negatief. Wij zijn al-Qaida niet.”