Kerk & religie

Moederkerk van de Schotse protestanten

In de St. Giles’ Cathedral in Edinburgh zit een vrouw in een kerkbank. Ze leest in een beduimeld boek, prevelt wat voor zich uit, ze bidt en ze buigt het hoofd. Een enkeling dwaalt still°etjes rond. Een geestelijke veegt met stoffer en blik de vloer wat aan.

tekst Jan van ’t Hul
16 April 2010 08:28Gewijzigd op 14 November 2020 10:21
In 1559 werd John Knox predikant van de belangrijkste kerk van de stad Edinburgh, de St. Giles’ Cathedral. beeld RD
In 1559 werd John Knox predikant van de belangrijkste kerk van de stad Edinburgh, de St. Giles’ Cathedral. beeld RD

De St. Giles’ wordt ook wel de ”wieg van het Schotse presbyterianisme” genoemd. De kerk staat massief en breed aan het Parliament Square in Edinburgh. Het is de kerk van John Knox.Ooit lag Knox buiten de kerk begraven. Het beroemde kerkhof is in de achttiende eeuw geruimd en heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een parkeerplaats voor bezoekers van het Parliament House. Een geelgeverfde tegel geeft de plaats van het graf van Knox nog aan. Ooit stonden er nog zijn initialen op: JK. Maar die hebben het allang afgelegd tegen het geweld van rubber autobanden.

In het begin van de zestiende eeuw was op het vasteland van Europa het licht van de Reformatie opgegaan. Luther en Calvijn deden van zich horen. Ook in Schotland gingen de ogen open voor de dwaalleer uit Rome.

In het wijde Schotse land ontstond verzet onder het volk. Men wilde de koning niet als koning van de kerk erkennen: alleen Christus Jezus kon Koning van de Kerk zijn. Hem hadden zij allereerst te gehoorzamen, niet een aards vorst. Het ging hard tegen hard. Bloedige vervolgingen bleven niet uit.

In 1542 werd John Knox door de reformatorische beginselen gegrepen. Acuut had hij schoon genoeg van al die roomse aanslibsels in de godsdienst: het betalen van de mis, het doen van oorbiechten, het maken van een bedevaart, het verbod om op vrijdag vlees te eten, de plicht om met kastijdingen het eigen lichaam te kwellen, het wijwater, de zalfolie, het kruisjes slaan, de duivelbezwering, de schrik van het vagevuur, de absoluties en de aflaten, de zwelgerijen, de praalzucht, de privileges van de geestelijken, hun vriendjespolitiek, de intriges van de bisschoppen en hun grote onkunde in geestelijke zaken. Henen uit met al die ergernis!

Ook keerde John Knox zich in zijn prediking tegen vrouwelijke heersers, want, meende Knox, het landsbestuur was een mannelijke aangelegenheid.

Knox werd na veel omzwervingen (door Engeland, Frankrijk, Duitsland en Zwitserland) in 1559 predikant van de St. Giles’ Cathedral te Edinburgh, de High Kirk. Hij was de eerste reformatorische predikant van de belangrijkste kerk van de stad.

Op deze kansel preekte hij onbeschroomd over de calvijnse leer en ook over de ene Naam die onder de hemel tot zaligheid is gegeven. Hij toornde heftig over de roomse mis, die hij verderfelijker vond dan duizend gewapende vijanden. Kerkgangers zeiden dat hij soms in staat was om als een oudtestamentische profeet de preekstoel aan diggels te slaan. En soms leek het wel of hij van geestdrift uit de preekstoel zou wegvliegen.

Volgens Andrew Melville (vriend van Knox) groeide Knox in de St. Giles’ uit tot „de edelste profeet en apostel van onze natie.”

In de St. Giles’ staat een beeld van de Schotse hervormer. In zijn linkerhand heeft hij een Bijbel, met zijn rechterhand wijst hij daarnaar, alsof hij met klem wil zeggen: „Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben” (Jesaja 8:20).

St. Giles’ Cathedral (St. Giles was de patroonheilige van de stad Edinburgh) dateert voor het grootste deel uit de vijftiende eeuw, maar reeds in 854 werden er op deze plaats diensten gehouden. De kerk wordt sinds de Schotse Reformatie (1560) beschouwd als de moederkerk van de Schotse protestanten. Voor de Reformatie stonden er in deze kathedraal meer dan vijf altaren, die alle het veld moesten ruimen.

In de rechterbeuk staat het orgel, een nieuw instrument van de Oostenrijkse bouwer Rieger. Het werd in 1992 hier geplaatst.

Om 12 uur is er iedere dag een korte middagpauzedienst. Een vrouwelijke geestelijke gaat vandaag voor. Ze leest Psalm 111: „Ik zal de Heere loven van ganser harte; in de raad en vergadering der oprechten.”

Ze bidt, uit een boekje. Ze dankt voor de vrede van deze heilige plaats, voor elke dag die weer gegeven wordt, voor het leven, de liefde, de hoop en het vertrouwen. „Dank U Heer’, voor Uw Woord voor deze wereld.”

Door het gangpad loopt een meisje onbenullig op klikklakkende naaldhakken de heilige woorden stuk. Onder de kansel flakkeren twee kaarsenvlammetjes. Op de vloer liggen zerken met spreuken.

De erfenis van John Knox zou in deze kerk nog geen honderd jaar later bijna weer verkwanseld worden. Hier was het, op zondag 23 juli 1637, dat een vrouw (Jenny Geddes heette ze) het stoeltje waarop ze zat, opnam en naar het hoofd van de deken slingerde, zo boos was ze over de invoering van het nieuwe roomse kerkboek van bisschop Laud. Het kerkboek zou in de plaats van het gebedenboek van Knox komen. In de St. Giles’ is een plaat aangebracht waarop dit feit vermeld staat.

Het houten preekstoeltje van Knox staat laconiek in een zijpad. Daarnaast liggen op de vloer van de kerk twee stukken steen met daarop de tekst: ”John Knox”.

Op 31 augustus 1572 hield John Knox in de St. Giles’ zijn laatste preek. Na deze dienst schuifelde de grote hervormer, leunend op zijn staf, aan de arm van een bediende naar huis. Het was de laatste maal.

De middagpauzedienst loopt ten einde. Twintig bezoekers bidden tot slot samen het Onze Vader mee: „For thine is the kingdom, and the power, and the glory, forever and ever, Amen.” Ieder krijgt dan nog de zegen mee: „Go in peace.”

Meer informatie: Visit Britain,www.visitbritain.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer