Preventie is geen compromis
De ChristenUnie probeert abortus en euthanasie zo veel mogelijk te voorkomen. Dat betekent niet dat de partij abortus en euthanasie nu accepteert, betoogt Esmé Wiegman-van Meppelen Scheppink. Preventie is nog geen compromis.
Toegegeven: politici en bestuurders schrijven hun doelen soms een beetje raar op. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat streeft bijvoorbeeld naar 500 verkeersdoden in 2020. En toen die doelstelling in 2008 werd geformuleerd, was de Tweede Kamer het daar van harte mee eens: die kant moet het op. Terwijl toch niemand eraan twijfelt dat elk verkeersslachtoffer er één te veel is.Geen enkel ongeval ‘past’ binnen de doelstelling van de overheid, ieder sterfgeval in het verkeer is een erbarmelijke nederlaag. Veel ongevallen zijn het gevolg van een overtreding. Mag een jonge vent, net z’n rijbewijs, met een paar glazen op een auto met daarin nog meer inzittenden met hoge snelheid tegen een boom rijden? Natuurlijk niet. Maar wie legt zich bij zo veel leed neer bij de vaststelling dat betrokkene in overtreding was?
De ChristenUnie is tegen abortus en euthanasie. Dat schreven we vier jaar geleden in ons verkiezingsprogramma, en precies dezelfde zin staat nu weer in ons conceptprogramma: „De ChristenUnie heeft zich altijd verzet tegen de legalisering van abortus en euthanasie in ons land. Deze wetgeving druist in tegen een van de meest elementaire waarden: de beschermwaardigheid van het leven.”
Om iedere mogelijke schijn weg te nemen dat we ons bij deze wetgeving hebben neergelegd, is er in ons nieuwe verkiezingsprogramma een zin aan toegevoegd: „Daarom is de wetgeving die abortus en euthanasie legaliseerde een verkeerde weg. De rechtsbescherming van het leven moet hersteld worden.” Dat is hét uitgangspunt van ons verkiezingsprogramma, zo mogelijk nog wat scherper gesteld dan in 2006, toen we schreven dat herstel van rechtsbescherming „geboden” is.
Echo
Daarnaast schreven we, ook in 2006: „Alle inspanningen moeten erop zijn gericht om te voorkomen dat mensen beëindiging van hun eigen of het ongeboren leven als enige uitweg uit een noodsituatie zien.” En dat vinden we nog steeds, in 2010: „Al het mogelijke moet gedaan worden om, door een aanbod van alternatieven en goede zorg, mensen ervan te weerhouden dat ze de wegen inslaan die juridisch helaas geopend zijn.”
Vervolgens komen we met een concreet voorstel van „tien stappen in de goede richting.” Waaronder punten waarvoor we de afgelopen periode in de Kamer én in het kabinet reeds met goed gevolg geijverd hebben, zoals betere hulpverlening bij ongewenste zwangerschap, opvang van tienermoeders, aandacht voor seksuele moraal in de voorlichting en verbetering van palliatieve zorg.
Recent debatteerde de Tweede Kamer over de twintigwekenecho. Ik stelde in dat verband voor de termijn voor abortus te vervroegen naar achttien weken. Er zijn immers steeds betere mogelijkheden om vroeg geboren baby’s te behandelen. En het kan toch niet zo zijn dat in de ene kamer gevochten wordt voor het leven van een kindje dat na 24 weken werd geboren, terwijl in een andere kamer het leven van een ongeboren kind van 24 weken wordt geaborteerd?
Niemand in de Kamer concludeerde dat de ChristenUnie, gezien mijn pleidooi voor een vroegere abortustermijn, zich heeft neergelegd bij de mogelijkheid dat kinderen van zeventien weken wél geaborteerd worden. Hetzelfde geldt voor wat we bereikt hebben rond heel vroege abortussen: die kunnen niet meer als overtijdbehandeling buiten de zorg en registratie van de Wet afbreking zwangerschap gehouden worden. Maar gelukkig heeft niemand tot nu toe geconcludeerd dat ik daarmee die wet heb omarmd.
Niet tevreden
Is de ChristenUnie tevreden met wat we in de strijd vóór het leven bereiken kunnen en bereikt hebben? Natuurlijk niet. Iedere abortus is er één te veel, en elk geval van euthanasie is een erbarmelijke nederlaag. Het zou verboden moeten worden! Sterker nog, er zou niet eens naar gevraagd of verlangd moeten worden. En precies dáárom is preventie zo belangrijk. Omdat we als christelijke partij bewogen zijn met mensen, en willen luisteren naar de zorgbehoefte die ligt áchter de vraag naar abortus of euthanasie.
Preventie is nooit een compromis, het is geen verzoening met het ontoelaatbare. Onze inzet om de vraag, het verlangen naar abortus en euthanasie weg te nemen, neemt niet weg dat we altijd voor een juridisch verbod zijn geweest en dat ook blijven. Maar met „Het mag niet”, hebben we als christenen in de politiek gelukkig niet ons laatste woord versproken. „Het kan ook anders”, moet daarop volgen.
De auteur is lid van de Tweede Kamer voor de ChristenUnie.