Dat stelt het Rathenau Instituut, dat onderzoek doet naar de invloed van wetenschap en technologie op het dagelijks leven, in een woensdag gepresenteerd rapport.Het instituut heeft de studie aangeboden aan de Tweede Kamer ter voorbereiding op een hoorzitting die volgende week in de Tweede Kamer wordt gehouden over het internationale klimaatpanel IPCC.

Recent is ophef onstaan over een in 2007 gepubliceerd IPCC-rapport. Daarin stonden foute aannames, onder meer over het tempo waarin gletsjers in de Himalaya smelten en de mate waarin Nederland bestand is tegen overstromingen.

Dat het gewraakte IPCC-rapport grondig wordt geëvalueerd, vindt het Rathenau Instituut „een logische en goede stap.” Maar er is volgens het onderzoeksinstituut ook een duidelijke herbezinning nodig op de wijze waarop het debat over klimaatverandering de afgelopen tientallen jaren is gevoerd.

Er is volgens het Rathenau Instituut te weinig aandacht geweest voor de onzekerheden die wetenschappelijk onderzoek omringen.

Het vermoeden dat maatregelen nodig waren om bijvoorbeeld het energieverbruik terug te dringen, was lange tijd voldoende om die maatregelen te rechtvaardigen. Die maatregelen werden ook genomen wanneer harde bewijzen ontbraken.

Als er maar genoeg onderzoek wordt gedaan, neemt de onzekerheid af en komen de bewijzen vanzelf, was jarenlang de aanname. Daardoor is er te weinig ruimte geweest voor een open en serieus debat over de klimaatproblematiek, meent het Rathenau Instituut.