Op die manier proberen de vakbonden en de werkgevers in de metaal- en technische bedrijfstakken de pensioenproblemen in de sector op te vangen.

Dat zijn de vakbonden FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en de werkgeversorganisatie metaal en techniek FWM gisteravond in een nieuwe CAO overeengekomen. Werknemers krijgen dit jaar in september eenmalig 1,75 procent van een jaarsalaris (minimaal 375 euro) uitgekeerd. Een structurele loonsverhoging van 2,5 procent is doorgeschoven naar 1 februari 2004. Een jaar later komt daar nog eens 2,2 procent bovenop.

„Het voordeel van een eenmalige uitkering is dat die niet meetelt in de opbouw van de pensioenen”, aldus werkgeversonderhandelaar H. van Luunen van FWM. Door de structurele loonsverhoging door te schuiven naar 2004, kan een premieverhoging voor werkgevers en werknemers worden voorkomen of beperkt.

Op het eerste gezicht lijkt het dat de werknemers er dit jaar op achteruit gaan met een eenmalige uitkering, erkent vakbondsbestuurder B. van Iren van FNV Bondgenoten. De gemiddelde loonsverhoging ligt dit jaar namelijk op 2,4 procent. „Echter, als de lonen in de metaal en de techniek ook met 2,4 procent waren gestegen, zou dat onherroepelijk teniet worden gedaan door de stijgende pensioenpremies een jaar later”, stelt hij. „Per saldo zouden de werknemers er op achteruit zijn gegaan.”

Van Iren wijst erop dat het niet goed gaat in de metaal- en technische bedrijfstakken. „Ik ben nu bezig met zes reorganisaties en niets wijst erop dat de economie snel zal aantrekken. Daarom zijn we ook akkoord gegaan met een CAO die langer duurt dan een jaar”, aldus de bestuurder. De nieuwe CAO kent een looptijd van 25 maanden en geldt tot 1 mei 2005.

Onderhandelaarster G. Stomphorst van de CNV Bedrijvenbond noemt het resultaat mager. „Maar gezien de economische situatie en de vooruitzichten is 4,7 procent in 25 maanden geen slecht resultaat.” Bovendien is zij tevreden over de betere beloning die is afgesproken voor leerlingen en jongeren in de sector.