„De Hoop Scheffer wist van kritiek op dreiging Irak"
HILVERSUM (ANP) – Voormalig minister De Hoop Scheffer (CDA, Buitenlandse Zaken) was in het najaar van 2002 wel degelijk op de hoogte van de kritiek die de inlichtingendiensten AIVD en MIVD hadden op de veronderstelde dreiging vanuit Irak. De minister werd daar op meerdere momenten over ingelicht.
Dat stelt toenmalig directeur van de Militaire Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (MIVD) Van Reijn zaterdagmiddag in het radioprogramma Argos. Het is de eerste keer dat Van Reijn zich, ondanks zijn geheimhoudingsplicht, openlijk uitspreekt over de kwestie. Dat is nu mogelijk doordat veel zaken in het rapport van de Irakcommissie–Davids al naar buiten zijn gekomen.Van Reijn reageert op beweringen van De Hoop Scheffer onlangs in de Volkskrant. Die zei dat hij zich niet kon herinneren dat de geheime diensten hem hadden gemeld dat hij op het verkeerde spoor zat. Maar volgens de oud–MIVD–baas is de flinke kritiek van zijn dienst op de Britse bewering dat Irak binnen 45 minuten massavernietigingswapens kon inzetten, eind september 2002 naar alle betrokken ministers gegaan. Op 15 oktober vond nog een overleg plaats tussen alle betrokkenen. Alleen De Hoop Scheffer was er niet zelf bij, maar liet zich vertegenwoordigen.
Op zich kan Van Reijn ermee leven dat de politiek de kritiek van de eigen diensten niet gebruikt, want dat mag de regering. Het primaat ligt bij de politiek, benadrukt hij. Maar hij is het niet eens met de stelling van enkele ministers dat er sprake was van „indekgedrag" door de geheime diensten. Volgens Van Reijn staken de diensten juist hun nek uit. In het voorjaar van 2003, toen de Amerikanen bijna Irak binnenvielen, hielden de diensten zich wel stil. Mogelijk kwam dat door een wisseling van de wacht, bij Defensie en bij de MIVD. Van Reijn weet dat niet.
Verder is Van Reijn kritisch op het punt dat premier Balkenende afging op de zogeheten for–your–eyes–only–brief die hij in het najaar van 2002 van zijn Britse collega Tony Blair kreeg. Balkenende mocht de inhoud met niemand delen. Daarmee passeerde de premier zijn eigen inlichtingendiensten. Van Reijn waarschuwt dat de premier zich hiermee kwetsbaar maakt voor beïnvloeding door buitenlandse diensten. „Dat lijkt mij toch een behoorlijk ernstige zaak", aldus Van Reijn.