Politiek

Overleven in een dwangbuis van gelijkheid

De Hoge Raad doet morgen uitspraak in de SGP-vrouwenkwestie. Moet de overheid maatregelen nemen om vrouwen op SGP-lijsten af te dwingen? En als de hoogste rechter in ons land dat vindt, wat zijn dan de scenario’s voor staat en SGP? Acht vragen, acht antwoorden.

tekst Gerard Vroegindeweij
8 April 2010 13:19Gewijzigd op 14 November 2020 10:17
Foto ANP.
Foto ANP.

De voortekenen voor de mannenbroeders zijn ongunstig. Het gerechtshof oordeelde in december 2007 dat de staat op grond van het VN-Vrouwenverdrag gehouden is om maatregelen tegen de SGP te nemen zodat ook vrouwen in die partij het passief kiesrecht krijgen. De advocaat-generaal, die de Hoge Raad adviseert voorafgaand aan zijn uitspraken, bevestigde in november dat dit oordeel van het gerechtshof juridisch aanvaardbaar is. De Hoge Raad kan van het advies afwijken, maar doet dat in driekwart van de gevallen niet.De uitspraak van het gerechtshof, ruim twee jaar geleden, kwam bij de partij hard aan. De rechter sprak uit dat „de SGP onderscheid maakt tussen mannen en vrouwen bij het passief kiesrecht en dat voor dat onderscheid geen objectieve rechtvaardiging bestaat.” Met andere woorden: er is geen ruimte in Nederland voor de SGP om met de Bijbel in de hand te stellen dat er onderscheid is tussen mannen en vrouwen en dat dit consequenties heeft voor het regeerambt in de samenleving. SGP-voorzitter Kolijn betitelde de uitspraak als „aantasting van gewetensvrijheid.”

Welke beroepsmogelijkheid is er nog na de Hoge Raad?

In Nederland geen. Er is alleen nog een mogelijkheid om naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens te stappen. Dit hof is geen super-Hoge Raad waarop iedereen een beroep kan doen. Het hof biedt rechtsbescherming aan burgers en organisaties die vinden dat ze door de overheid in hun eigen belang zijn getroffen.

Als de uitspraak gunstig is voor de SGP, maken het Proefprocessenfonds Clara Wichmann en andere feministische clubs, die alle commotie hebben veroorzaakt, in ieder geval weinig kans. Die worden door de kwestie niet in hun eigen belang getroffen. Voor de staat is een beroep uitgesloten, want de staat kan niet gaan klagen dat ze door zichzelf wordt benadeeld.

De enige die met enig succes naar het Europese hof kan gaan, is de SGP. Maar dan moet de partij wel aantonen in haar eigen belang te zijn geschaad.

Als de Hoge Raad de staat verplicht tot het nemen van maat­regelen tegen de SGP, wat staat de overheid dan te doen?

Het gerechtshof in Den Haag sprak in 2007 uit dat wetgeving de enige optie is. Overtuiging en positief stimulerende maatregelen zouden zeer waarschijnlijk ook niet leiden tot het beoogde resultaat, zo dacht de rechter.

Maar deze redenering van de rechter staat onder kritiek. Want mag de rechter de staat voorschrijven om op een bepaald terrein met wetgeving te komen? De advocaat-generaal, die de Hoge Raad adviseert, heeft hier in december vorig jaar kritische kanttekeningen bij geplaatst. Er zijn ook andere maatregelen denkbaar, zoals het aangaan van een gesprek of komen met een positieve stimuleringsmaatregel.

Als de regering ooit zo ver komt om de SGP via wetgeving in de dwangbuis van het gelijkheidsdenken te persen, dan zal dat een wet zijn die voor alle politieke partijen geldt. Het is niet gebruikelijk dat er een wet komt die gericht is op één groep – in dit geval de SGP. De overheid kan bijvoorbeeld een wet indienen die politieke partijen ertoe verplicht een bepaald (minimum)percentage van de kandidatenlijsten te laten bestaan uit vrouwen.

Kan het kabinet besluiten de uitspraak van de rechter naast zich neer te leggen?

Dat kan de regering moreel niet maken. Dan zou ook op andere dossiers de overheid niet naar de rechter hoeven te luisteren.

De regering kan wel met wetgeving komen om gerechtelijke uitspraken die in de ogen van de regering fout zijn, in de toekomst te voorkomen. In het geval van de SGP zou dat niet onlogisch zijn. Alle kabinetten –van welke politieke kleur ze ook waren– hebben tot nu toe met redenen omkleed gezegd dat er meer is dan alleen het VN-Vrouwenverdrag waarin overheden wordt opgedragen om vrouwen en mannen gelijk te laten participeren in het openbaar bestuur. Tot nu toe heeft de regering steeds geredeneerd dat de eisen uit het Vrouwenverdrag afgewogen moeten worden tegen de klassieke vrijheden van godsdienst, vereniging en menings­uiting.

Zijn Tweede en Eerste Kamer gebonden aan de gerechtelijke uitspraak om eventuele wetgeving te ondersteunen?

De politici uit Tweede en Eerste Kamer zijn formeel niet gebonden aan rechterlijke uitspraken. Kamerleden zitten er zonder last en ruggespraak. Tweede en Eerste Kamer vormen met de regering de wetgever en die stelt uiteindelijk de wetten vast waaraan de rechter zich moet houden. Het omgekeerde is niet het geval.

De kans dat er een politieke meerderheid in de Tweede Kamer is die de SGP de vrijheid wil gunnen om de partijorganisatie in te richten zoals de staatkundig gereformeerden dat zelf willen, lijkt op dit moment klein.

Als de Tweede en de Eerste Kamer in het uiterste geval akkoord zijn gegaan met een wet die politieke partijen dwingt een bepaald percentage vrouwen op kandidatenlijsten op te nemen, welke opties heeft de SGP dan?

Verschillende. De meest rigoureuze is dat de partij zichzelf opheft. Tijdens de behandeling van de SGP-zaak voor het gerechtshof heeft advocaat Voogt dat gesuggereerd. De rechter is daar in de uitspraak op ingegaan, maar die suggestie neemt hij niet serieus. Omdat de stelling tijdens de behandeling van de zaak volgens de rechter door de SGP „niet nader is onderbouwd, kan het hof niet van de juistheid van die stelling uitgaan”, zo staat in het vonnis.

Maar deze redenering van het hof is wel erg simplistisch en getuigt in ieder geval van bijzonder weinig invoelingsvermogen. Als de partij met de rug tegen de muur staat, is opheffing zeker een van de mogelijkheden. Die mogelijkheid bracht de verdediging niet voor niets in het proces naar voren.

Hoe reëel is een verbod op de SGP?

Die optie valt niet bij voorbaat af. Als voor het gevoel van SGP’ers hun principes worden aangetast, komt er soms een recalcitrant trekje naar boven dat gepaard gaat met een stevig verzet tegen overheidsmaatregelen. Denk aan het verzet tegen beperking van visrechten in Urk in de jaren tachtig van vorige eeuw en het ruimen van vee in Kootwijkerbroek rond de eeuwwisseling.

Als de partij zich om des gewetens wille verzet tegen de eventuele wettelijke maatregelen en deze niet toepast, kan de overheid uiteindelijk via de rechter een verbod van de partij afdwingen.

De partij kan –om een verbod te voorkomen– besluiten toe te geven aan de wens van de wetgever door de regels zo te wijzigen dat vrouwen wel op kandidatenlijsten komen te staan. De kans op zo’n exercitie lijkt niet erg groot. Partijvoorzitter Kolijn zei na de uitspraak van het gerechtshof in december 2007 stellig dat „het standpunt niet zal veranderen door druk van buitenaf.”

Kan de SGP een manier verzinnen om onder de plicht uit te komen?

Een woordvoerder van de SGP vertelde onlangs grappenderwijs tegen een journalist van De Telegraaf dat de partij er serieus over nadenkt om gewoon vrouwen te kandideren, maar als ze eenmaal zijn gekozen, hen dan te laten afzien van hun plaats zodat alsnog lager geplaatste mannen hun plek innemen. De journalist publiceerde het stuk en dat bracht partijvoorzitter Kolijn tot de verzuchting dat een dergelijk truc „zeer onwaarachtig” zou zijn, om er direct aan toe te voegen: „Wij doen niet aan dergelijk doorgestoken bedrog.”

Een andere truc is om vrouwen op onverkiesbare plaatsen te zetten, maar die valt in dezelfde categorie van onwaarachtigheid als de eerstgenoemde.

Wat staat de SGP op korte termijn te doen?

Niet veel. Als de Hoge Raad de staat opdraagt om linksom of rechtsom de partij ertoe te brengen dat ze vrouwen op kieslijsten accepteert, dan is eerst de regering aan zet. Wat er uit zo’n beraad komt, valt moeilijk te voorspellen. Zoals de zaken er nu voorstaan, zal de SGP niet uit eigener beweging haar standpunt veranderen. Verder kan de SGP overwegen om in beroep te gaan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar dat kan pas als er een concrete overheidsmaatregel ligt om de SGP aan te pakken. Als de Hoge Raad de SGP wél de ruimte laat om vrouwen te weren, is het tijd voor een glaasje oranjebitter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer