„Blijf uit handen van de vijand”
De Amerikanen geven het verlies van een Apache-helikopter toe. De vliegers zijn krijgsgevangen gemaakt.
Een boer zwaaiend met een antiek ogend geweer zou de hypermoderne gevechtshelikopter van het Amerikaanse leger uit de lucht hebben geschoten. Op maandag vertoonde beelden van de Iraakse televisie was de Apache te zien, op het oog intact en gewapend met lasergeleide Hellfire-antitankraketten. Omstanders zwaaiden met kalasjnikovs. De helmen van de piloten lagen op de grond.
Het toestel stond op een veld in de buurt van Karbala, zo’n 80 kilometer ten zuiden van Bagdad. Later op de dag werden op de televisie twee mannen getoond die de piloten van de neergehaalde Apache zouden zijn.
Het Amerikaanse ministerie van Defensie gaf maandagnacht toe dat ze een Apache kwijt zijn. De vliegers, David S. Williams (30) uit Florida en Ronald D. Young jr. (26) uit Georgia, zijn krijgsgevangenen. De Apache was gestationeerd op Fort Hood in Texas. Het toestel was samen met andere gevechtshelikopters zondagavond betrokken bij aanvallen op stellingen van de Republikeinse Garde rondom Bagdad.
De Nederlandse luchtmacht vliegt sinds 1997 met de Apache. Dertig toestellen vinden hun thuisbasis in Gilze Rijen. De Amerikaanse strijdkrachten beschikken over maar liefst 800 Apaches. Het toestel is sinds 1975 in dienst en speelde een grote rol tijdens de vorige Golfoorlog.
Kan een Iraakse boer een Apache uit de lucht schieten? Kolonel Ron Hagemeijer, commandant van de Tactische Helikoptergroep van de Koninklijke Luchtmacht en zelf Apache-vlieger, gelooft van niet. „Er is meer voor nodig om deze helikopter neer te halen, bijvoorbeeld raketten of zware mitrailleurs.”
Alle technische systemen in de Apache zijn dubbel uitgevoerd. Op één motor, met één vlieger, zwaarbeschadigd; de helikopter kan uit veel gevaarlijke omstandigheden wegkomen. Hagemeijer denkt dat de Amerikaanse Apache een noodlanding heeft moeten maken. „Het toestel oogde onbeschadigd.”
Bij neerkomen in vijandelijk gebied bestaan noodprocedures. Hagemeijer geeft ze weer zoals ze gelden voor de Koninklijke Luchtmacht. „Alle kritische gegevens in de computers van het toestel, de geclassificeerde software, worden met één druk op de knop gewist.”
Als de vliegers heelhuids neerkomen is hun eigen leven van groot belang. „Regel één is: Blijf uit handen van de vijand”, zegt Hagemeijer. „Als de vliegers de kans hebben steken ze het toestel in brand zodat de vijand er niets aan heeft. Dit hangt wel af van de omstandigheden. Een brandend toestel verraadt ook je locatie en de kansen om ongezien weg te komen.”
Voor de onfortuinlijke vliegers komt onmiddellijk een reddingsoperatie op gang, de zogenaamde Combat Search and Rescue. „Ze proberen in het geniep de vliegers eruit te halen.” Maar ook de vijand is op zoek. „Het is een kat-en-muisspel.”
Alle piloten van de Koninklijke Luchtmacht, of ze nou op een F-16, een helikopter of een transportvliegtuig vliegen, hebben een training in overlevingstechnieken gehad. „Belangrijk is om niet de aandacht op jezelf te vestigen.” Komen de reddingstroepen ter plekke dan is er een aantal wachtwoorden en geheime vragen voor nodig om de identiteit van de man of vrouw vast te stellen.
De AH-64-Apache-gevechtshelikopter staat te boek als uitermate efficiënte tankkillers. Het toestel is volgestouwd met allerlei wapentuig om onder alle weersomstandigheden vijandelijke doelen uit te schakelen. Naast zestien Hellfire-antitankraketten kan de Apache vier Stinger-lucht-luchtraketten en maximaal 76 2,75 inch ongeleide raketten meenemen. Het 30-mm-boordkanon is goed voor 1200 stuks munitie.
De Longbow-radar (de bobbel net boven de rotor) kan 128 stationaire en bewegende doelwitten op 8 kilometer afstand ontdekken, classificeren en de belangrijkste zestien uitkiezen. Apaches staan digitaal in contact met de commando’s en special forces op de grond.
Het beeld van de ”vliegende tank” is niet helemaal terecht, vindt Hagemeijer. „De helikopter heeft met zijn wapens gevaarlijke klauwen maar tegelijk ook scherpe ogen. Met een serie sensoren kan een gebied vanuit de lucht worden bewaakt.”
Hagemeijer was het eerste halfjaar van 2001 op missie in Djibouti. Zijn helikopters moesten de in Ethiopië en Eritrea gestationeerde mariniers beschermen. De Tactische Helikoptergroep van de luchtmacht maakt zich nu op voor een oefening in Polen, volgende maand. Richting Irak is er geen taak. „Wij doen niets in het kader van de oorlog.”