Dat heeft minister Verburg van Landbouw dinsdag bekend­gemaakt.De mest moet geen 90, maar 150 dagen afgedekt op het bedrijf blijven liggen. De periode is verlengd omdat nog onderzocht wordt of het composteren van de afgedekte mest voldoende Q-koortsbacteriën doodt. Als de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, wordt bepaald wat er met de mest van besmette bedrijven moet gebeuren.

Niet-besmette bedrijven moeten de mest van melkgeiten en -schapen uit voorzorg negentig dagen afdekken en opslaan voordat ze die uitrijden of afvoeren.

Universitair hoofddocent maatschappelijke gezondheidszorg aan het Erasmus Medisch Centrum J. H. Richardus heeft gisteren gezegd dat de landbouw­sector altijd heeft tegengehouden dat er over Q-koorts werd gesproken wanneer het over Nederlands vee ging. En de overheid was aanvankelijk niet in staat het stilzwijgen te doorbreken. Als dat wel was gebeurd, waren de problemen volgens hem nu niet zo groot geweest.

Richardus promoveerde in 1985 op zijn onderzoek naar Q-koorts. Destijds werd hem en zijn promotor al verzocht het onderzoek niet aan de grote klok te hangen. „De reden was puur economisch.”

Richardus zocht daarom niet actief de media op, maar was wel op radio en tv te horen. Hij verzweeg de feiten niet. „Q-koorts was toen nog niet zo’n groot probleem. Weinig mensen en dieren waren ziek.”

„Met de kennis van toen, hadden we beter moeten weten”, zei hij gisteren naar aanleiding van een artikel in NRC Handelsblad. Hij is nu bang voor een domino-effect. De bacterie die Q-koorts kan veroorzaken, zit helemaal in de natuur. Hij is bang dat de ziekteverwekkers overslaan op koeien of andere huisdieren.

De Tweede Kamer debatteert morgen weer met Verburg over de bestrijding van de Q-koorts. Dat debat zou eerst vorige week al plaatsvinden.