Winkels Amsterdam mogen elke zondag openblijven
Een twintigtal Amsterdamse winkeliers hebben de rechtszaak die zij hadden aangespannen tegen de vrije koopzondag in de gehele hoofdstad verloren.
De Amsterdamse voorzieningenrechter bepaalde vanmiddag dat het Amsterdamse college van B&W de wet niet heeft overtreden door in februari van dit jaar de complete stad als toeristisch gebied aan te wijzen. Hierdoor kunnen de winkels in alle veertien Amsterdamse stadsdelen iedere zondag openblijven in plaats van op de twaalf koopzondagen die de wet normaal gesproken toestaat.Voorheen gold de zondagsopening alleen in enkele delen van Amsterdam; het centrum, stadsdeel Oud-West en delen van Zuidoost. De gemeenteraad nam het besluit om de complete hoofdstad als toeristisch gebied te bestempelen nadat een groep winkeliers uit Amsterdam-Noord tot twee keer toe met succes vernietiging had geëist van een besluit tot permanente zondagsopening in dat stadsdeel.
De klagende winkeliers –gesteund door enkele winkeliersverenigingen en vakorganisatie CNV Dienstenbond– vroegen de rechter het omstreden besluit te torpederen omdat er in grote delen van Amsterdam geen sprake zou zijn van noemenswaardig toerisme.
Volgens de rechter blijkt echter „noch uit de tekst, noch uit de wetsgeschiedenis van de Winkeltijdenwet” dat de wetgever heeft beoogd dat gemeenten zich wat betreft zondagsopening „dienen te beperken tot die gebieden waarvan de toeristische aantrekkingskracht vaststaat.” De gemeente kan zich, aldus de rechter, weliswaar beperken tot „het aanwijzen van een deelgebied, maar hij is niet gehouden dat te doen.”
Het is voor het eerst dat de rechter zich uitlaat over de vraag of wekelijkse zondagsopening alleen in een specifiek toeristisch gebied mag plaatshebben, of verspreid over de gehele gemeente. Dat vraagstuk is actueel omdat naast Amsterdam ook de PvdA-fractie in de Rotterdamse gemeenteraad een dergelijk besluit overweegt.
De advocaat van de winkeliers, Thomas van Vugt van het Amsterdamse kantoor Blenheim, is teleurgesteld over het vonnis, wat volgens hem „nog wel enigzins houvast biedt” omdat de rechter „klip en klaar stelt” dat de Winkeltijdenwet leidt tot „opmerkelijke situaties.”
Zo noemt de rechter het „merkwaardig” dat het kan voorkomen dat een toeristische gemeente fuseert met een niet-toeristische gemeente, waardoor de laatste vervolgens ook te maken krijgt met zondagopenstelling. Ook noemt hij het „opmerkelijk” dat een grote gemeente de hoofdregel van de Winkeltijdenwet, „verplichte sluiting van winkels voor het publiek op zondag” kan ontlopen, zelfs wanneer het toerisme zich beperkt tot „een betrekkelijk gering deel” van die gemeente.
De rechter stelt hierover echter dat het „niet zijn taak is” om de Winkeltijdenwet op dit punt „te corrigeren.” Volgens Van Vugt is het daarom aan de Tweede kamer „over deze kwestie eens stevig te debatteren.”