Woelig traject naar proces moord Fortuyn
Zelden - en misschien wel nooit - is in Nederland de aanloop naar een strafproces in een moordzaak zo grillig en veelbesproken geweest als in de zaak tegen Volkert van der G. (Graaf), verdacht van de moord op politicus Pim Fortuyn. Op 27 maart begint de rechtbank in Amsterdam aan de inhoudelijke behandeling. Een chronologisch overzicht van de ontwikkelingen in de zaak en rond verdachte Van der G.
MEI 2002
Pim Fortuyn (54) wordt 6 mei even na 18.00 uur doodgeschoten op het parkeerterrein van het Mediapark in Hilversum. De schutter schiet van nabij zes maal op Fortuyn en vlucht te voet. De politie houdt de man korte tijd later aan, in de buurt van plaats van het misdrijf. De verdachte wil alleen zijn naam noemen: Volkert van der G., destijds 32.
In Van der G.’s auto vindt de politie plattegronden van het Mediapark en prints van webpagina’s over optredens van Fortuyn. In Van der G.’s woning in Harderwijk vindt de politie dezelfde munitie die bij de moord is gebruikt.
Van Van der G. is snel bekend dat hij actief is als milieuactivist en werkzaam is bij de Vereniging Milieu-Offensief (VMO).
Justitie in Amsterdam maakt bekend dat onderzoek tot dusver uitwijst dat Van der G. als eenling heeft geopereerd. De verdachte laat zich bijstaan door de Amsterdamse advocaten A. Franken, B. Böhler en V. Koppe.
JUNI
Op last van het ministerie van Justitie wordt Van der G. permanent met camera’s in de gaten gehouden „als controle op het welbevinden” van de verdachte. Hij blijft weigeren een verklaring af te leggen.
Politie en explosievenexperts verrichten opnieuw huiszoeking in de woning in Harderwijk, waarbij explosief materiaal wordt gevonden.
JULI
Op 12 juli gaat Van der G. in hongerstaking, uit protest tegen zijn detentieomstandigheden, waaronder cameratoezicht. Hij blijft wel drinken.
Diverse (beklag-)commissies buigen zich over Van der G.’s protesten. Demissionair minister van Justitie Korthals voorkomt met een noodmaatregel dat het cameratoezicht wordt beëindigd.
AUGUSTUS
Wegens zijn hongerstaking wordt Van der G. onder medisch toezicht gesteld. De verdachte tekent een wilsverklaring waarin staat dat hij dwangvoeding zal weigeren.
Van der G. laat verstek gaan bij de eerste zitting voor de rechtbank. De zitting (pro forma) komt deels live op tv. Volgens officier van justitie J. Plooy zijn er aanwijzingen dat Van der G. de moord met voorbedachten rade heeft gepleegd. De rechtbank houdt de zaak voor drie maanden aan.
SEPTEMBER
Justitie arresteert de vriendin van Van der G., in verband met de vondst van het explosieve materiaal in de garage van hun woning in juli. De vrouw zit enkele dagen vast.
Na zeventig dagen beëindigt Van der G. zijn hongerstaking, na toezeggingen over verbetering van zijn detentieomstandigheden. Het cameratoezicht wordt echter gehandhaafd.
OKTOBER
Het Openbaar Ministerie (OM) meent dat de zaak-Van der G. rijp is voor een inhoudelijke behandeling, de advocaten vinden van niet. De rechtbank wil de zaak begin november nog een keer pro forma op de zitting hebben.
Het cameratoezicht van Van der G. wordt beperkt.
NOVEMBER
Tijdens de pro-formazitting voor de rechtbank verzet het OM zich tegen opname van Van der G. in het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een gedragskundig onderzoek. Het OM vreest vertraging en acht Van der G. niet geschikt voor groepsobservatie. De rechtbank vindt het onderzoek niettemin noodzakelijk en beveelt de opname.
Het OM seponeert de zaak tegen Van der G.’s vriendin.
Van der G.’s verklaring bij de rechter-commissaris is een bekentenis. Hij zag Fortuyn als een groot gevaar voor de samenleving.
De familie van Fortuyn kondigt aan schadevergoeding van Van der G. te eisen.
DECEMBER
- De commissie-Van den Haak, ingesteld om de veilgheid en beveiliging van Fortuyn te onderzoeken, rapporteert. Fortuyn had beveiliging moeten krijgen, de veiligheidsdienst AIVD blunderde, maar ook Fortuyn zelf schoot tekort, aldus het rapport. Van der G. heeft geen contact met de commissie gehad.
JANUARI 2003
Van der G. naar het Pieter Baan Centrum voor een onderzoek van zeven weken.
Opnieuw pro-formazitting bij de rechtbank in Amsterdam, andermaal zonder Van der G. Daar blijkt dat de verdachte enige tijd heeft geweigerd mee te werken aan het PBC-onderzoek. Hij verzette zich tegen zijn isolatie. Het onderzoek loopt drie weken vertraging op. De rechtbank stelt de data vast voor de inhoudelijke behandeling: 27 en 31 maart en 1 april.
MAART
Een aantal passages uit de bekentenis van Van der G. lekt uit. Hieruit blijkt dat hij zich niet „de redder van Nederland” of „een martelaar” voelt. Als hij opnieuw voor de afweging zou staan, zou hij de moord niet plegen.
De observatie van Van der G. in het PBC is afgerond. Hij wordt teruggeplaatst in huis van bewaring Demersluis in Amsterdam, in afwachting van zijn proces.