In de Verenigde Staten werden zowel zaterdag als zondag in verschillende steden protestacties gehouden. De grootste demonstratie had zaterdag plaats in New York, waar zich volgens de organisatie zeker 250.000 mensen hadden verzameld in de straten van Manhattan. De politie, die aan het eind van de dag moest ingrijpen omdat de betogers weigerden te vertrekken, schatte dat aantal op 125.000. Zo’n negentig mensen werden gearresteerd.

Verder waren er vredesbetogingen in onder andere Washington, Los Angeles en San Francisco. Er gingen in de VS het hele weekend ook mensen de straat op, zwaaiend met Amerikaanse vlaggen en luid „USA” scanderend, om hun steun te betuigen aan president George Bush en zijn oorlogsbeleid.

Buiten de VS hadden de grootste protestbetogingen plaats in Europa. In de Britse hoofdstad Londen uitten volgens de politie zo’n 200.000 mensen hun tegenstand tegen de oorlog en hun woede over de Britse deelname daaraan. Veel mensen droegen borden bij zich met teksten als „Laat onze troepen terugkeren.” De opkomst staat echter in schril contrast tot de geschatte 750.000 mensen die een maand geleden de straat opgingen. De protestmars verliep vrijwel probleemloos.

In het westen van Engeland kwamen rond de 5000 mensen samen bij de luchtmachtbasis van Fairford om bij de toegangspoort bloemenkransen te leggen vanwege „de dood van de democratie”, zoals de organisatie het stelde.

In Frankrijk, waar in verschillende steden duizenden mensen de straat opgingen, moesten vooral zaken die voor velen symbool staan voor de Amerikaanse overheersing het ontgelden. In Straatsburg en Lyon, maar ook tijdens een grote protestmars zaterdag in Parijs, werden filialen van de fastfoodketen McDonald’s bestormd en vernield. Een café-eigenaar in het zuidwesten van Frankrijk liet zijn hele voorraad Coca-Cola in de goot weglopen.

In de Franse hoofdstad vertrok zaterdag een vreedzame optocht van ongeveer 90.000 mensen van de Place de la République, waar een standbeeld staat van Marianne, het Franse vrijheidssymbool.

Ook elders in Europa namen, variërend per land, tussen de duizenden en enkele tienduizenden mensen deel aan vredesdemonstraties. In Nederland, België, Duitsland, Scandinavië, Ierland en Zwitserland verliepen de protesten vrijwel zonder incidenten.

Alleen in Italië, waar mensen in verschillende steden voor de derde achtereenvolgende dag protestacties hielden, was sprake van ernstigere ongeregeldheden. In Milaan, Rome en Venetië werden vernielingen verricht en moest de politie uitrukken om de orde te herstellen. In Athene werden brandbommen gegooid naar een filiaal van McDonald’s en de Amerikaanse Citibank, maar niemand raakte gewond.

In Australië, dat een militaire bijdrage van 2000 soldaten levert aan de oorlog in Irak, werd in Canberra, Sydney en Adelaide door tienduizenden mensen gedemonstreerd. De betogers uitten vooral hun frustratie over de Australische bijdrage en riepen op tot het terughalen van de troepen. In Japan demonstreerden enkele duizenden mensen, onder meer in Hiroshima bij het monument voor slachtoffers van de Amerikaanse atoombom die de stad aan het eind van de Tweede Wereldoorlog trof.

De protestacties in Azië waren ook kleinschaliger dan in februari en verliepen relatief rustig. Betogers in bijvoorbeeld Indonesië, Afghanistan en Pakistan uitten dreigende taal zoals „Dood aan Amerika” en staken Amerikaanse vlaggen in brand, maar nergens liep het uit op ernstige ongeregeldheden.

In het Pakistaanse Lahore demonstreerden meer dan 100.000 mensen. In Afghanistan kwamen zo’n duizend demonstranten op de been in de stad Mehtar Lam.

Bij de Amerikaanse ambassade in Jakarta hielden gisteren enkele moslimfundamentalisten een protestactie. Zij stonden in lange witte gewaden voor het gebouw en droegen borden waarop stond dat het doden van Bush volgens het islamitische recht gerechtvaardigd is.

In Egypte verliep een protestactie van ruim 15.000 studenten op meerdere universiteitsterreinen zonder incidenten. In Bahrein moest de politie daarentegen ingrijpen toen betogers de Britse en Amerikaanse ambassade in Manamah met stenen bekogelden en op straat autobanden in brand staken.

Ook in de hoofdstad van Sudan, Khartoum, werden stenen gegooid naar de Amerikaanse ambassade, maar de politie kon voorkomen dat de betogers het gebouw bestormden. Zaterdag werd tijdens een antioorlogsprotest in de Sudanese hoofdstad een student doodgeschoten. De politie onderzoekt de schietpartij.

In het kantoor van de Verenigde Naties in Khartoum overhandigden tegenstanders van de oorlog zondag een brief aan secretaris-generaal Kofi Annan waarin zij hem vroegen een eind te maken aan de gevechten.