Inzegening homohuwelijk stap dichterbij
Het ziet ernaar uit dat de lutherse staatskerk –de Folkekirke– in Denemarken binnenkort homopartnerschappen zal kunnen inzegenen.
Dat is het gevolg van voorstellen van de links-liberale parlementsfractie, die op niet al te lange termijn in stemming komen. Hiervoor tekent zich een meerderheid af. Volgens de indieners is de inzegening een kwestie van gelijkberechtiging.Homopartners kunnen voor de sluiting van een verbintenis nu alleen nog terecht op het gemeentehuis. Reguliere huwelijken tussen man en vrouw kunnen daarentegen wel worden aangegaan in de staatskerk, zonder verdere tussenkomst van de burgerlijke overheid. De meeste politici vinden dat homo’s daarmee worden gediscrimineerd. De links-liberalen behoren weliswaar tot de oppositie, maar de regeringspartijen hebben aangekondigd hun parlementariërs bij de bepaling van hun standpunt vrij te laten.
De liberaal-conservatieve regering zelf blijft er tegenstander van om de Folkekirke via het parlement met een regeling voor de kwestie op te zadelen.
Minister van Religieuze Zaken Birthe Rønn Hornbech meent dat eventuele initiatieven door de Folkekirke zelf moeten worden genomen. Daarna kan de wetgever daarvoor alsnog de juridische kaders creëren, aldus de visie van Hornbech en de rest van het kabinet.
De leiding van de Folkekirke heeft zich in meerderheid echter niet afkerig getoond van de door de regering verlangde initiatieven. Dat de bewindsvrouw met dat verzoek blij is, laat zich raden.
Helemaal zal de vrede echter niet kunnen worden bewaard, want ook in de Folkekirke zijn er modaliteiten die de inzegening van homopartnerschappen zullen blijven afwijzen, ongeacht wat de politiek daarvan vindt. De grootste orthodoxe vleugel in de staatskerk, de Indre Mission (”inwendige zending”), houdt eraan vast dat de zaak op geen enkele manier theologisch te verdedigen valt.
Opvallend is dat de indieners van de initiatiefwetten spreken van „kerkelijke homobruiloften”, hoewel Denemarken formeel geen homohuwelijken erkent en zich bij de wetgeving beperkt tot geregistreerde partnerschappen. Ook bij de kerkelijke inzegening gaat het dus niet over inzegening van homo-echtparen.
Dat de indieners echter ook op dat punt alle onderscheid willen uitbannen, lijdt geen twijfel. Principieel verzet daartegen aan het politieke front komt in feite alleen van de christendemocraten. De consequenties van politieke inmenging in kerkelijke aangelegenheden reiken volgens hen ook ver. „Daarmee wordt de grens overschreden van het recht op een persoonlijke opvatting. De volgende stap is dan een regulering van het godsdienstige gedachtegoed. Hiermee wordt de mogelijkheid geopend voor een verbod op de prediking van Jezus als de enige weg tot God, omdat dat misschien wel eens mensen zou kunnen kwetsen”, vreest tweede voorzitter Stig Grenov van de christendemocraten.