Mahlers gevoel voor instrumentatie
Het symfonisch gedicht ”Totenfeier” bleef vijf jaar liggen voordat Mahler in 1893 besloot het om te werken tot een symfonie. Mahler heeft zelf de betekenis en de bedoeling van het eerste deel omschreven. De vraag ”Waarom leven wij?” staat centraal. Het is de strijd van de mens tegen het lot, die hij steeds verliest. Het laatste deel echter leidt vanuit de strijd en de wanhoop tot ”Auferstehung”, maar niet opstanding in Bijbelse zin. Volgens Nietzsche bewerkt de mens zijn eigen verlossing. Daarom brengt Mahler in Klopstocks tekst enkele kleine, maar wezenlijke veranderingen aan. „Tot in het zalig leven” wordt: „Tot aan het zalig leven.” De rest moet de mens zelf doen.
Behalve het idee achter de muziek speelt Mahlers feilloze gevoel voor instrumentatie een grote rol. Bij Bernard Haitink is dat uitstekend te horen. In 1990 beleefde ik een indrukwekkende uitvoering van Mahlers tweede onder Haitink in Rotterdam, bij de vijftigste herdenking van het bombardement. Aan kracht heeft de 81-jarige maestro nog nauwelijks ingeboet. Opvallende details: Mahler schrijft herhaaldelijk meerdere melodieën onder elkaar. Soms hoor je er wel drie tegelijk. Deze hebben dan elk hun eigen dynamiek, expressie en sfeer. Haitink gaat daarin uiterst nauwkeurig te werk en weet zo te laten spelen dat je geen detail ontgaat. Met name in het eerste en het tweede deel zijn daar prachtige voorbeelden van te horen. Opvallend is de bijdrage van de Nederlandse mezzosopraan Christianne Stotijn. Zoals zij in deel vier ”Uhrlicht” inzet, hoor je het zelden: de stem wordt eigenlijk een deel van het orkest. Trouwens, ook hier laat Haitink horen dat niemand de achtergrond van deze muziek beter begrijpt dan hij.Mahler 2, Chicago Symphony Orchestra & Chorus, o.l.v. Bernard Haitink; CSO-Resound (CSOR 901 914); € 17,95.