Namens onderzoeksbureau Kaski onderzocht Grevel (45) in opdracht van Kerk in Actie, de diaconale tak van de Protestantse Kerk, een halfjaar lang twaalf aandachtswijken om te zien welk werk de religieuze instanties er verrichten.Eigenlijk was de voor de PKN redelijk goede uitkomst een onverwachte opsteker, zegt de onderzoekster. „De aanleiding voor het onderzoek was dat de PKN bij een vooronderzoek in de Arnhemse wijk Klarendal juist níét veel bleek te doen. Daar schrokken ze van. Men vroeg zich af hoe het elders zou zijn.”

Dat bleek mee te vallen. „De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat de Protestantse Kerk een bovengemiddelde bijdrage levert aan de leefbaarheid in prachtwijken”, zo zegt het vandaag gepresenteerde rapport ”Zwakte als kracht”. Maar wat is „bovengemiddeld”? Het onderzoek was niet kwantitatief, dus het gaat niet zozeer om cijfers, zegt Grevel. „Het gaat om de algehele indruk die ik kreeg nadat ik alle organisaties in de wijken had onderzocht.”

Op zich was het te verwachten dat de PKN als grootste kerkverband na de Rooms-Katholieke Kerk het goed zou doen. „Maar je weet het niet zolang je geen onderzoek hebt gedaan: zie de resultaten van het onderzoek in Klarendal.”

Maar het rapport is er vooral niet om nu achterover te gaan leunen, haast Grevel zich te zeggen. „Het rapport zal een zeer belangrijk beleidsvoorbereidend stuk voor diaconieën worden. Het werk in de prachtwijken wordt een nieuw speerpunt en dit onderzoek moet daar een goede basis voor zijn.”

Een opvallende uitkomst is dat wijkmanagers –aanspreekpunt waar het gaat om de leefbaarheid van de wijk– soms aangeven dat er wel budget voor kerken is, maar dat die er niet om komen. Tegelijk zeggen lokale gemeenten het niet als hun taak te zien om kerken te betrekken bij het „transformeren” van een wijk. Kan een kerk nu wel of niet aankloppen om subsidie? „Formeel staat er niets in de weg. Maar voor veel gemeenten is het een nieuwe vraag. Men is het niet gewend dat kerken om geld vragen voor maatschappelijk werk.

De uitkomst van een verzoek is ook sterk afhankelijk van de heersende politieke cultuur. In het rode Groningen gaat het wat moeilijker dan in bijvoorbeeld Almere.”