Alcohol gijzelt Urk
De politie in Urk heeft wekelijks haar handen vol aan vechtpartijen en dronken tieners die het verkeer onveilig maken. Kerken proberen hun jeugd uit de klauwen van de alcohol te halen. „Drankmisbruik kun je gerust een Urker volkszonde noemen.”
Het kan zo echt niet langer, vindt politiechef Roel de Graaf. „De tijd van plannen maken en campagnes voeren tegen alcoholmisbruik is voorbij. Die hebben niets uitgehaald. Het is nu tijd dat de gemeenschap in actie komt.”Recent hielden De Graaf collega’s een dronken meisje aan. „Een buurtbewoner bemoeide zich ermee en vroeg ons of we niets beters te doen hadden dan zo’n meisje lastig te vallen. We moesten maar boeven gaan vangen.”
De reactie van de man tekent volgens De Graaf de houding van een groot deel van de Urker gemeenschap. „Als volwassenen dat zeggen, zien ze de ernst van het probleem niet in. „Drinken tijdens het uitgaan is onder de Urker jongeren een doel op zichzelf geworden. Alcohol is in het dorp breed geaccepteerd.”
Urkers zijn harde werkers, maar over de opvoeding van hun kinderen denken ze te makkelijk, vindt De Graaf. „Zo lang jongeren nog dronken thuis mogen komen of ouders er de ogen voor sluiten, verandert er niets in Urk.”
In het vissersdorp is een cultuuromslag nodig, meent Anna Romkes van Moedige Ouders, een groep moeders die aandacht vraagt voor de impact van alcohol- en drugsverslaafde kinderen op de rest van de familie. „Ouders wijzen veel te snel naar anderen. Ze moeten niet zeggen: „Mijn kind doet zoiets niet.” Of: „Wacht maar tot hij wat ouder is, dan gaat het vanzelf over.””
Of ouders ontvankelijk zijn voor de oproep van Romkes, weet ze niet. „Tekenend is misschien wel dat we een keer een avond belegden over alcoholmisbruik. Er kwamen nauwelijks bezoekers op af.”
Urk is kerkelijk, maar lang niet christelijk, stelt Romkes. „We hebben te strijden tegen de boze geest van de alcohol. Ik kan met een geluidswagen ouders oproepen tot een cultuuromslag, maar dat haalt niets uit als we niet met z’n allen daadwerkelijk terugkeren tot God en Zijn Woord.”
Cocaïne
Het probleem van Urk is dat het gebruik van alcohol is ingebakken in de plaatselijke cultuur, zegt jongerenwerker Pieter ten Napel. „De ouders lusten vaak ook graag een glaasje. Ze kijken naar de alcoholproblematiek onder de jeugd door hun eigen bril en denken dat het wel meevalt. Door de jongeren van nu worden echter veel grotere hoeveelheden alcohol gedronken dan de ouders vroeger zelf op feestjes gewend waren.”
De alcoholconsumptie van de jeugd leidt gemakkelijk tot drugsgebruik, waarschuwt Ten Napel. „Ik durf de stelling te verdedigen dat het gebruik van drugs met 80 procent gereduceerd zou zijn als er geen alcohol in het spel was. Ik kom regelmatig jongens en meisjes tegen in de leeftijd 12 tot 25 jaar die veel gedronken hebben, maar graag nuchter thuis willen komen. Ze gebruiken daarvoor cocaïne. Het probleem is dat het spul zo’n zeven uur werkt en dat de gebruikers ervan op hun bed dus urenlang naar het plafond liggen te staren. De volgende dag gaan ze gewoon weer op pad.”
Urk is een besloten en gesloten gemeenschap, zo probeert de jongerenwerker het buitensporige drankgebruik in het vissersdorp te verklaren. „Bovendien bestaat meer dan de helft van de Urker bevolking uit mensen tot 25 jaar.”
Alle jongeren in Urk over één kam scheren, wil Ten Napel niet. „Jongeren die zich volgieten, zijn geen blauwdruk van de jeugd. Gelukkig zijn er ook jongens en meiden die niets van de drank moeten hebben.”
L. Korf sluit zich daarbij aan. Hij is voorman van Barjona, een groep vrijwilligers uit de acht plaatselijke reformatorische kerken die wekelijks jongeren aanspreken bij diverse uitgaansgelegenheden en illegale bars. „In Urk is gelukkig een grote groep jongeren die op een positieve manier bij elkaar komt in koffiebars en verenigingen. Anderzijds zien we helaas honderden gedoopte voorhoofden wekelijks de drinkgelegenheden binnengaan.”
De vrijwilligers van Barjona proberen de jongeren aan te spreken op Gods Woord en ze voor te houden dat hun drankgebruik zonde is voor de Heere. Korf: „Het is ploegen op rotsen. Je zou toch een andere houding verwachten van kerkelijke jeugd.”
Korf is zelf geheelonthouder, omdat hij van mening is dat alcohol het verstand benevelt. „In Urk heerst een cultuur dat drank geen zonde is. In de Russische kerk bijvoorbeeld kijkt men daar heel anders tegenaan. Het doet me verdriet als ik jonge mensen in Urk naar de vernieling zie gaan.”
Korf vindt dat predikanten te weinig vanaf de kansel en op catechisatie waarschuwen tegen het drankmisbruik. „Ook binnen kerkenraden wordt er nonchalant over het probleem gedaan. We zijn toe aan een nieuwe reformatie. Voor de Heere is dit gedrag bedroevend, en wij moeten ons schamen voor de wereld.”
Spanningsveld
Een van de initiatieven van het gemeentebestuur is de oprichting eind vorig jaar van een platform waarbinnen de kerken –van de hervormde gemeente binnen de PKN tot de oud-gereformeerde gemeente– met de overheid samenwerken op het gebied van jeugd- en gezinsbeleid en verslaving.
Ds. H. Polinder van de christelijke gereformeerde Maranathakerk juicht het initiatief van het platform toe, want ook hij is bezorgd over het drankmisbruik in Urk. „Het begint steeds eerder. Meisjes van soms 12 of 13 jaar zwalken op zaterdagavond dronken over straat.”
Het beeld dat de kerken volgens Korf te laks zouden reageren, klopt volgens de predikant niet. „Op catechisatie roer ik het onderwerp regelmatig aan. Ik wil de jeugd confronteren met zijn eigen gedrag. Ook op huisbezoeken wordt erover gesproken.”
In zijn preek probeert ds. Polinder –als de tekst zich ervoor leent– met enige regelmaat stil te staan bij het onderwerp. „Het is een spanningsveld, want je moet het er ook niet elke week over hebben. Maar dat het aan bod komt, is broodnodig. Drankmisbruik kun je gerust een Urker volkszonde noemen.”
Hoewel het platform nog in de beginfase zit, zijn er concrete plannen voor een speciale themaweek rond alcohol en verslaving. „De bedoeling is”, aldus de predikant, „dat in alle kerken op catechisatie en in de preek aandacht wordt geschonken aan het onderwerp. Juist dat gezamenlijk optrekken van de kerken rondom dit thema is erg belangrijk.”
Ds. A. C. Uitslag van de christelijke gereformeerde Eben-Haëzerkerk spreekt ook regelmatig met zijn catechisanten over hun uitgaansgedrag. „Er is een groep die zich niet herkent in het alcoholverhaal. Een iets kleinere groep geeft toe dat hij drinkt –„iedereen doet het”–, maar dat alles onder controle is. Zo vertelde een jongeman me dat hij op een zaterdagavond twintig glazen alcohol drinkt in een paar uur tijd. „Ik ben wel aangeschoten, dominee, maar ik weet nog heel goed wat ik doe.””
Hoewel de predikant vaak en indringend met zijn catechisanten spreekt over het drankmisbruik, lijkt de ernst ervan niet tot de jongeren door te dringen. „De oorzaak van de problemen ligt in eerste instantie bij de ouders. Als je ziet met welk gemak jonge tieners thuis alcohol krijgen op partijtjes, dan schrik ik. Sommige ouders weten niet meer te zeggen dan: „Jongen, let goed op, je bent er zelf bij.””
Onderzoek
Recente cijfers over het alcoholgebruik onder jongeren in Urk zijn er niet. Begin vorig jaar werd een rapport in de gemeenteraad besproken waarin werd geconcludeerd dat Urk hoog scoort als het om alcohol- en drugsgebruik gaat. Onder druk van de gemeenteraad trok toenmalig wethouder Hoekstra het rapport terug, omdat er volgens de raadsfracties grove fouten en onvolkomenheden in zouden staan.
De GGD Flevoland deed in 2006 en 2007 onderzoek naar het drankgebruik van Flevolandse jongeren. Uit dat onderzoek blijkt dat in Urk het hoogste percentage (40 procent) zogeheten bingedrinkers is te vinden. ”Binge drinking” is het gebruiken van vijf of meer alcoholhoudende drankjes per drinkgelegenheid. Ook heeft Urk het hoogste percentage leerlingen dat in de onderzoeksperiode aangeschoten of dronken was.