Organisaties vrezen humanitaire ramp
De gevolgen van de nieuwe Golfoorlog zijn nog onduidelijk, maar de wereld moet zich toch voorbereiden op een mogelijke humanitaire ramp in Irak. Dat hebben acht internationale hulporganisaties donderdag gezegd. Op een persconferentie waarschuwden ze gezamenlijk voor honger en ziekten onder de Iraakse bevolking.
Nu het olie-voor-voedselprogramma van de Verenigde Naties is gestaakt, komt er geen voedsel Irak meer binnen. De voedselopslagplaatsen zijn volgens het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties (WFP) bijna leeg. De Irakezen hebben dubbele rantsoenen gekregen voordat de oorlog begon, maar die zijn slechts voldoende voor ongeveer zes weken. Door de internationale sancties tegen Irak is 60 procent van de naar schatting 22 miljoen inwoners van Irak afhankelijk geworden van voedselhulp.
„Wij schatten dat ongeveer 2 miljoen mensen de komende vier weken noodhulp nodig zullen hebben”, zei Khaled Mansour van het WFP. „Het kan een ramp worden.” Unicef benadrukte dat de Iraakse kinderen zeer kwetsbaar zijn.
VN-secretaris-generaal Kofi Annan stelde de VN-Veiligheidsraad donderdag per brief voor om het olie-voor-voedselprogramma aan te passen aan de oorlogssituatie. Hij schreef echter ook dat de humanitaire hulp in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is van de autoriteit die de controle uitoefent in Irak. Tijdens en na de oorlog zou die autoriteit de Verenigde Staten zijn. De Amerikaanse regering bestudeert het voorstel van Annan.
VN-vluchtelingencommissaris Lubbers heeft de buurlanden van Irak donderdag opgeroepen hun grenzen open te stellen voor Iraakse vluchtelingen. „Ondanks alle inspanningen van de Verenigde Naties om een vreedzame oplossing te vinden, hebben we nu te maken met de treurige realiteit van een oorlog in Irak en meer lijden voor het Iraakse volk”, zei Lubbers. „We moeten al het mogelijke doen om dat lijden te verlichten, onder andere door grenzen open te houden zodat degenen die voor hun leven vrezen in buurlanden een veilig heenkomen kunnen vinden.”
De buurlanden van Irak zijn bang dat zich opnieuw een vluchtelingencrisis zal voordoen, net als in de Golfoorlog van 1991, toen meer dan 1 miljoen mensen Irak, met name het Koerdische noorden, ontvluchtten. Volgens de VN kan de huidige oorlog ertoe leiden dat 600.000 tot 1,5 miljoen Irakezen op de vlucht slaan.
Lubbers zei dat niet alleen de buurlanden van Irak hun verantwoordelijkheden moeten nakomen, maar dat ook de rest van de internationale gemeenschap dit moet doen door humanitaire hulp mogelijk te maken.
Europees commissaris Nielson (Humanitaire Hulp) wil zo snel mogelijk 100 miljoen euro uit de EU-reservefondsen vrijmaken voor aanvullende noodvoorzieningen in Irak. Hij heeft het Europees Parlement en de vijftien EU-lidstaten opgeroepen hier zo snel mogelijk mee in te stemmen. Doorgaans neemt dit soort procedures gemiddeld 83 dagen in beslag.
Nielson zegt dat dit geld nodig is om de 500.000 tot 600.000 vluchtelingen op te vangen in Irak zelf en de buurlanden. Nielson baseerde zich daarbij donderdag op ramingen van het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties. De Europese Commissie zou vanmiddag in een extra vergadering bijeenkomen om de extra noodhulp al op gang te brengen.