Opinie

Vorm Publieksprijs Christelijk Boek om tot juryprijs

Zaterdag 13 maart werd de Publieksprijs Christelijk Boek 2010 uitgereikt. Aan de onderscheiding in zijn huidige vorm kleven belangrijke nadelen, vindt André Kruijf MEd. Beter is om de publieksprijs om te vormen tot een juryprijs.

19 March 2010 09:41Gewijzigd op 14 November 2020 10:08
Mattheüs van der Steen (r.) ontvangt de Publieksprijs Christelijk Boek 2009 voor zijn boek ”Durf te dromen”. beeld Erik Kottier
Mattheüs van der Steen (r.) ontvangt de Publieksprijs Christelijk Boek 2009 voor zijn boek ”Durf te dromen”. beeld Erik Kottier

De jaarlijkse Publieksprijs Christelijk Boek werd vorige week voor de zesde keer uitgereikt, ditmaal aan Lisette van de Heg voor haar debuutroman ”Mara”. De prijs kent zijn goede kanten: hij is de basis voor samenwerking van verschillende partijen. De verkiezing vestigt bovendien op een positieve manier de aandacht op het christelijke boek. En niet in de laatste plaats brengt de prijs waardering voor het christelijk schrijverschap tot uitdrukking en wellicht stimuleert hij auteurs tot nieuw werk.Dat betekent echter niet dat we de ogen moeten sluiten voor de zwakkere kanten van het concept. Neem allereerst het nominatiecriterium. De werken worden geselecteerd op basis van verkoopcijfers, een louter kwantitatieve maatstaf. Verkoopcijfers zeggen niet altijd iets over kwaliteit. Andere kwalitatief minstens even interessante boeken vallen al op voorhand buiten de boot.

Een tweede zwakte in het concept is dat de genomineerde werken naar vorm en inhoud erg van elkaar verschillen. Hoe vergelijk je op een zinvolle en eerlijke manier een fictief werk dat zich afspeelt in de kringen rondom Calvijn met een persoonlijk relaas over burn-out en depressie?

Een derde manco komt aan het licht in de manier van beoordelen. Het oordeel komt van een grote, relatief anonieme groep, en dat via verschillende kanalen. Bezwaarlijk is dat de uitslag niet algemeen inzichtelijk en niet openbaar beargumenteerd tot stand komt. Althans, we moeten raden naar de keuzemotieven van de individuele stemmer.

Lobby

Je hoopt bovendien maar dat een stemmer alle werken gelezen heeft. Waarschijnlijk is er ook een groep stemmers die alleen het boek van zijn keuze tot zich heeft genomen of –erger nog– geen van de titels van kaft tot kaft heeft gelezen.

Hoeveel sympathiestemmen zijn er uitgebracht? Wie het weet, mag het zeggen! In het algemeen zijn publieksprijzen lobby- en fraudegevoelig, zeker bij stemming via internet. Denk bijvoorbeeld aan de NS Publieksprijs in 2005, waarbij de Nieuwe Bijbelvertaling als eerste eindigde na een campagne van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Ik zeg hiermee niet dat dit ook aan de orde is bij Publieksprijs Christelijk Boek, maar het vormt wel een reëel gevaar bij de huidige opzet. Het is de vraag of je kunt spreken van een relevante en zuivere beoordeling van de boeken.

In de vierde plaats kun je vraagtekens zetten bij wat deze werkwijze uiteindelijk oplevert. Wat weten de winnaar, de lezer, de uitgever en iedere andere betrokkene wat zij voor de stemming nog niet wisten? De verkoopcijfers (en de populariteit van de titels) waren immers al bekend. Het succes van het boek wordt alleen nog maar eens onderstreept. En dat zonder een voor het publiek na te lezen gedegen inhoudelijke en vergelijkende onderbouwing die de verkiezing van de winnaar en het werk in een betekenisvolle context plaatst.

Subjectiviteit

Het instellen van een vakjury, eventueel gecombineerd met een lezerspanel, heft deze zwaktes op. Als de prijs om en om –het ene jaar fictie, het andere jaar non-fictie– uitgereikt wordt, kan de jury de christelijke boekenoogst van twee jaar onder de loep nemen. Uitgevers en auteurs zijn zelf in staat om te bepalen of zij hun werken inzenden.

De deskundige jury buigt zich aan de hand van een vooraf opgestelde criteriumcatalogus over de werken, kiest vervolgens de genomineerden en uiteindelijk de winnaar. De beoordeling gebeurt dan op een verifieerbare en tran­s­parante manier. De juryleden zijn bekend, de boeken zijn allemaal gelezen en er is de garantie dat de werken inhoudelijk vergeleken en deskundig besproken zijn. Een juryrapport biedt de ruimte om de werken in een relevante context te plaatsen.

Aan subjectiviteit ontkom je nooit, dat hoeft wat mij betreft ook niet. Maar inzichtelijke en beargumenteerde subjectiviteit is beter dan oppervlakkige anonimiteit. Een juryprijs doet niet alleen recht aan de auteurs en hun werken, maar zeker ook aan de lezers. Zo’n literaire prijs wint aan belang en draagt bij aan een nog gunstiger klimaat voor het christelijke boek.

De auteur studeerde Duits en bespreekt literatuur voor deze krant.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer