Bijna iedereen heeft wel last van dwang
Drie keer controleren of het gas wel uit is, de was op kleur ophangen, altijd de traptreden tellen; bijna iedereen vertoont wel eens dwanggedrag.
Dat blijkt uit onderzoek van Psychologie Magazine, dat vandaag verschijnt. Van de 600 lezers van het magazine die meededen aan een onderzoekje, gaf 99 procent aan regelmatig handelingen te doen die niet echt nodig zijn, maar waar ze tóch belang aan hechten.Zo hebben nogal wat ondervraagden last van dwanggedachten op het gebied van ordenen: 53 procent rangschikt voorwerpen; ze ordenen bijvoorbeeld de boeken op kleur of alfabet. Opvallend veel mensen melden zelfs dat ze de vaatwasmachine opnieuw inruimen als iemand de kopjes of messen er hun inziens ‘verkeerd’ in heeft gezet.
Vrouwen hebben meer last van ordeningsdwang dan mannen: maar liefst 55 procent zet bijvoorbeeld de kopjes op kleur in de kast. Bij mannen is dat 34 procent.
Een andere mogelijkheid van een dwanggedachte is de controle. Met name mannen controleren obsessief de veiligheid in huis: 62 procent van de mannelijke deelnemers checkt meermalen of ramen en deuren wel goed zijn gesloten, terwijl 43 procent van de mannen gas, licht en waterkraan controleert.
Bijna een kwart van de deelnemers (23 procent) voelt geregeld een onstuitbare dwang om de handen te wassen. Schoonmaakdwang is vooral een vrouwending.
Zolang iemand niet meer dan een uur per dag kwijt is aan dwanggedrag, is er geen sprake van een stoornis. Deskundigen schatten dat 2 procent van de Nederlanders een echte dwangstoornis heeft.