Middagpauzediensten willen een kort woord kwijt
In Zeist gaat het over Jakob, de sjoemelaar, de verstotene. Hij gaat slapen, met zijn hoofd op een steen. In Amersfoort gaat het vooral over de waarde van het gebed, tijdens een economische crisis. „Laten we ons niet te veel verbeelden, wij zijn maar kleine mensen.” Middagpauzediensten willen een kort woord kwijt, ook in de lijdenstijd.
Aan het einde van de Weeshuislaan in Zeist is het markt. Mensen komen met volle tassen langs. Op nummer 30 zit een kantoortje van het Leger des Heils.Donderdagmiddag. De deur staat open. Het is halfeen geweest, bijna tijd voor de wekelijkse middagpauzedienst, een initiatief van de plaatselijke Raad van Kerken.
In de hal zegt Annegina Randewijk, lid van de werkgroep pauzediensten: „Deze diensten brengen mensen bij elkaar die zich vaak aan de rand van het kerkelijk leven bevinden. Het is hier erg laagdrempelig. Bezoekers komen ook vaak om even wat te praten. Misschien is dit wel meer een sociaal dan een geestelijk gebeuren.” Het doel van de pauzediensten is toch wel, zegt Randewijk, dat je mensen iets meegeeft vanuit het Woord. „Dan is één woord genoeg.”
Het elektronisch orgel op het podium speelt ter inleiding een lijdenskoraal: „Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon.”
Er zijn deze keer ongeveer 25 bezoekers, meest vrouwen, meest ouderen. Gerard Heijkamp uit Woudenberg is vaste gast. Volgens hem gaan de meeste plaatselijke pastores in deze diensten voor, van christelijk gereformeerd tot evangeliegemeente De Oase, van apostolische christenen tot baptisten en rooms-katholieken. Aan de wand hangt een wit kruis. Op het podium staan de vaandels van het Leger.
Vanmiddag gaat mevrouw ds. J. den Ouden voor. „We willen, zomaar midden in de week, een moment stilstaan aan de voet van het kruis, bij een open Bijbel.”
Eerst wordt Lied 250 gezongen: „Kom Heil’ge Geest, Gij vogel Gods, daal neder waar Gij wordt verwacht.” Zoekend naar de juiste melodie zingen de aanwezigen het orgel achterna.
„Moge God, Die de bron is van ons aller bestaan, ons vervullen met Zijn kracht”, zegt ds. Den Ouden. Ze bidt. „Goede God, Bron van ons leven, wij vragen U: Wees aanwezig in ons midden. Geef ons Uw vrede.”
Ze leest Genesis 28, over Jakobs droom te Bethel. „Jakob heeft er een potje van gemaakt. Iedereen keert zich tegen hem en daarom moet hij het huis verlaten. Als hij moe is, gaat hij slapen, met zijn hoofd op een steen. Een bange man, een sjoemelaar, hij droomt. En in de droom ziet hij een ladder die reikt van de aarde naar de hemel. Engelen klimmen op en neer. Zij brengen de last van Jakobs leven naar omhoog, en leggen die neer voor God.”
Het slotlied is ”Een mens te zijn op aarde”. Buiten roept er iemand op de markt: „Mensen, het is bijna gratis vandaag.”
Lutherse kerk
Midden in de Langestraat te Amersfoort rijst een prachtig witgestuukt gebouw omhoog, de lutherse kerk, met de zwaan in top. Hier worden elke woensdag middagpauzediensten gehouden.
Buiten luidt de kerkklok. Binnen speelt het orgel, iets klassieks. De oude kansel is witgeschilderd. In het gastenboek heeft een jonge vrouw geschreven: „Heer, breng mijn verwarrende gedachten tot rust.”
Er zijn vandaag vijftien bezoekers. Voorganger is ds. G. Gunnik, predikant van de plaatselijke gereformeerd vrijgemaakte Westerkerk. „Ik ken u niet”, zegt hij ter begroeting, „maar God kent u allen, want God kent ons allemaal.”
Het openingslied is Psalm 84: „Hun lied weerklinkt van oord tot oord, tot zij Jeruzalem betreden, waar alle pelgrims binnengaan, om voor Gods aangezicht te staan.”
Het is een bijzondere dag, zegt ds. Gunnik. „Het is biddag vandaag, biddag voor gewas en arbeid. Moet dat nu nog steeds, in deze moderne maatschappij: bidden voor gewas en arbeid?”
De voorganger vindt biddag een goede traditie. „Bent u, ben jij, al aan de weet gekomen hoe weinig maakbaar dit leven is? Wereldwijd lijden we onder de economische crisis. Dat hakt er fors in, maar niemand kan dat veranderen. Wij zijn maar heel kwetsbare mensen, laten we ons niet te veel verbeelden. De dag van morgen ligt al geheel in Gods hand, terwijl ik nog niet weet wat er vanavond gebeuren zal. Wij zijn erg afhankelijk, laten we de biddag nog niet afschaffen, alsjeblieft.”
De Schriftlezing, bij het licht van twee kaarsvlammetjes, is uit 1 Timotheüs 2:1-7. Paulus vraagt daar om voor alle mensen te bidden. Hij vraagt om smeekbeden, voorbeden en dankgebeden. „Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.”
Ds. Gunnik bidt, om vruchtbaarheid op het land, voor de kerk van Rome, die zo in opspraak is, om hulp voor alle mensen, „want omdat God Zelf zo ruimhartig is, mogen we bidden voor alle mensen. Gaat U met ons mee vandaag. Geeft U deze wereld nieuwe hoop.”
Er volgt een stil gebed, daarna de zegen en een schaalcollecte voor de onkosten van de middagpauzediensten.
Als de bezoekers de lutherse kerk verlaten, krijgen ze van de organist nog een boodschap mee: „Aan U behoort, o Heer der heren, de aarde met haar wel en wee. Van U getuigen dag en nacht, Gij hebt ze heerlijk voortgebracht.”
Stiltecentrum Hoog Catharijne
In het Utrechtse winkelcentrum Hoog Catharijne worden sinds 1975 iedere werkdag middagpauzediensten belegd. Het kantoor van IKV Pax Christi (Godebaldkwartier) is voorzien van een klein kerkzaaltje, een stiltecentrum.
Tegen de linkerwand staat een echt pijporgeltje. In het midden zijn dertig stoelen neergezet. Rechts ligt een gastenboek. Voorin staat de liturgische tafel, met een kaars en een kruis.
Er zijn meer dan twintig bezoekers. Het is muisstil. Er is niets van het geroezemoes van het winkelend publiek te horen. Kees Tinga, medewerker van Kerk in Actie, leidt de oecumenische viering. Het thema is ”Zuinig op de dieren”. Dat sluit mooi aan bij de vastenweken, zegt Tinga. De zang is uit Psalm 147: „Die dieren zegent met Zijn gaven, en hoort de roep der jonge raven.” In zijn toespraak zegt Tinga: „Wij mensen worden hier even overgeslagen, want de dichter denkt eerst aan de dieren.”
De toespraak gaat over bedreigde diersoorten, legbatterijen en megastallen. „Hoe is het mogelijk dat wij dieren zó erg zijn gaan uitbuiten?” Er volgt een gedicht, over een big met een lamme poot. „Als varken heeft hij ons heerlijk gesmaakt.” De toepassing is: „We moeten minder vlees eten. Echt, het went vanzelf.”
Onder uitleidend orgelspel mengen de bezoekers zich tussen het publiek.
Dirk van den Hoven is coördinator van de Stichting Stiltecentrum Hoog Catharijne. Wat hij ermee beoogt? „Het is niet de bedoeling dat we hier evangeliseren. In de stilte van deze kapel luisteren we naar de vragen van iedereen. We luisteren ook naar God en naar wat er leeft onder de mensen in deze stad. We verwijzen hen graag door naar de kerken in de stad, we zijn een beetje, zeg maar, hun voorpost. Wij willen evangelische waarden, zoals bezinning, ontmoeting, inspiratie en gebed, op een eigentijdse manier weer onder de aandacht brengen.”